Vakantie Noorwegen 2007
Heenreis
Op maandag 23 juli zijn we vroeg opgestaan, we hadden tenslotte een autorit van meer dan 1000 km voor de boeg naar Rubjerg
in het noorden van Denemarken. Via Utrecht en Apeldoorn naar Duitsland gereden waar we na 3 uur rijden ergens tussen Osnabrück
en Bremen zijn gestopt op een parkeerplaats om te ontbijten. Vervolgens kwamen we tussen Bremen en Hamburg in een file terecht, dat
heeft ons ongeveer een uur gekost. Bij een restaurantje zijn we gestopt om wat te drinken in de hoop dat de file zou oplossen in de
tussentijd, helaas niet. Toen we de file uit waren konden we weer stevig doorrijden tot de Duits-Deense grens. Net na de grens zijn
we op een parkeerplaats gestopt om te lunchen. Uiteindelijk waren we rond half zes bij het B&B in Rubjerg waar we hartelijk
werden ontvangen door de gastvrouw die ons vervolgens onze kamer wees. Het grote B&B zat verder helemaal vol met Zweden die
hier met hun kinderen waren voor een internationaal jeugdvoetbal toernooi. Nadat we ons in onze kamer hadden geïnstalleerd hebben
we geïnformeerd waar we konden eten. Op aanraden van onze gastvrouw zijn we naar Lønstrup gereden, een paar kilometer van
Rubjerg. Daar hebben we gezocht naar restaurant dat creditcards accepteerde, dat hebben we helaas niet kunnen vinden, dus van nood
moesten we nog Deense kronen trekken bij een bank. Na het eten terug naar het B&B waar we de rest van de avond nog gezellig met
de Zweden buiten hebben doorgebracht.
De volgende morgen zijn we na het ontbijt vertrokken en even na acht uur waren we bij de ferry terminal in Hirtshals. Daar hadden we bij het inchecken nog een meevaller, het bleek dat we teveel voor onze tickets hadden betaald, we kregen nog bijna 100 euro terug. Weliswaar in Deense kronen, maar die raken we op de boot wel kwijt, tezamen met die we gisteren in Lønstrup overhadden na het eten. Om 8:45 konden we aan boord rijden van de ColorLine MS Peter Wessel en vervolgens hebben we het schip verkend voor we naar het restaurant gingen om koffie te drinken. Even na half tien vertrokken we voor de ruim vijf uur durende overtocht naar Larvik in Noorwegen. Tijdens de overtocht was er voor de kinderen oa een voorstelling met een aantal clowns. Om 14:45 kwamen we aan in Larvik, het ontschepen duurde echter erg lang en ook voordat we goed en wel op weg waren naar onze eerste camping waren we bijna een uur verder. Onderweg naar de camping zijn we gestopt bij de staafkerk in Heddal, de grootste staafkerk van Noorwegen. We hadden echter het idee dat hij veel groter zou zijn. De plaatjes die we hadden gezien gaven ons de indruk dat het een behoorlijk grote kerk moest zijn, maar dat was het echter niet. Toen we de kerk uit wilden gaan begon het opeens hard te regenen. De eerste echte bui deze vakantie, en zeker niet de laatste. De bui duurde echter maar kort en na nog een kop koffie in het restaurant bij de kerk hebben we het laatste stuk naar de camping afgelegd, de Rjukan Hytte- og Caravanpark camping in Rjukan. Daar waren we even na zeven uur, we kregen een leuk klein hutje, van alles voorzien, behalve een eigen toilet en stromend water.
De volgende morgen zijn we na het ontbijt vertrokken en even na acht uur waren we bij de ferry terminal in Hirtshals. Daar hadden we bij het inchecken nog een meevaller, het bleek dat we teveel voor onze tickets hadden betaald, we kregen nog bijna 100 euro terug. Weliswaar in Deense kronen, maar die raken we op de boot wel kwijt, tezamen met die we gisteren in Lønstrup overhadden na het eten. Om 8:45 konden we aan boord rijden van de ColorLine MS Peter Wessel en vervolgens hebben we het schip verkend voor we naar het restaurant gingen om koffie te drinken. Even na half tien vertrokken we voor de ruim vijf uur durende overtocht naar Larvik in Noorwegen. Tijdens de overtocht was er voor de kinderen oa een voorstelling met een aantal clowns. Om 14:45 kwamen we aan in Larvik, het ontschepen duurde echter erg lang en ook voordat we goed en wel op weg waren naar onze eerste camping waren we bijna een uur verder. Onderweg naar de camping zijn we gestopt bij de staafkerk in Heddal, de grootste staafkerk van Noorwegen. We hadden echter het idee dat hij veel groter zou zijn. De plaatjes die we hadden gezien gaven ons de indruk dat het een behoorlijk grote kerk moest zijn, maar dat was het echter niet. Toen we de kerk uit wilden gaan begon het opeens hard te regenen. De eerste echte bui deze vakantie, en zeker niet de laatste. De bui duurde echter maar kort en na nog een kop koffie in het restaurant bij de kerk hebben we het laatste stuk naar de camping afgelegd, de Rjukan Hytte- og Caravanpark camping in Rjukan. Daar waren we even na zeven uur, we kregen een leuk klein hutje, van alles voorzien, behalve een eigen toilet en stromend water.
Omgeving van Rjukan
Woensdag de 25e konden we eindelijk eens uitslapen. Gisteren hadden we bij de receptie een brood besteld die we deze ochtend
hebben opgehaald. Na het ontbijt zijn we in de auto gestapt om de directe omgeving van onze camping en Rjukan te ontdekken. Het
weer zag er stralend uit, blauwe lucht, witte wolkjes en een warm zonnetje. Vanuit ons hutje hadden we mooi zicht op de Gaustatoppen,
met z'n 1883 meter de hoogste berg van de provincie Telemark. Op de top lagen nog wat plukjes sneeuw. Vanaf de camping zijn we naar
Rjukan gereden waar we eerst bij de Tourist Info zijn langs gegaan alvorens we naar de Krossobanen
zijn gegaan. Dit is een kabelbaan naar de Pyggnatten, aan de rand van de Hardangervidda. De kabelbaan brengt je in ruim 4 minuten van zo'n
400 meter naar ongeveer 890 meter hoogte. Eenmaal boven zijn we eerst wat gaan eten en drinken in het restaurantje en vervolgens hebben
we een schitterende wandeling van een paar uur gemaakt. De rust en stilte zijn hier overweldigend, zo af en toe kom je eens wat andere
wandelaars of fietsers tegen. Bovenop een bergtop hebben we genoten van het weidse uitzicht. Eenmaal weer terug bij het restaurant
hebben we nog wat gedronken en gegeten en vervolgens weer met de kabelbaan naar beneden. Daar zijn we met de auto een stukje
verder gereden naar het Industriemuseum in Vemork. In Vemork vond één van
de belangrijkste sabotage acties tijdens de Tweede Wereldoorlog plaats, zie het kader hiernaast. Het museum was vroeger een
waterkrachtcentrale en na de bouw in 1911 was het de grootste ter wereld. In het museum kun je door de enorme hal met de immense
generatoren lopen. Verder zijn er diverse tentoonstellingen over de industrieën in deze streek en in de filmzaal hebben we een boeiende
film gezien over de sabotage actie zoals die destijds door heldhaftige Noren is gepleegd. Na het bezoek aan dit boeiende museum zijn we
weer terug gereden naar de camping.
Sabotage in Vemork
Eén van de belangrijkste sabotage acties tijdens de Tweede Wereldoorlog vond plaats bij deze waterkrachtcentrale in Vemork.
Er werd toen voorkomen dat de Duitsers een atoombom konden ontwikkelen met het zware water dat in deze waterkrachtcentrale werd geproduceerd.
In de waterkracht centrale werd naast elektriciteit namelijk ook zwaar water geproduceerd en de Duitsers hadden dat nodig voor het maken
van een atoombom. Als eerste werd een bom geplaatst waardoor de productie van zwaar water werd gestopt, dit was op 27 februari 1943, maar
na vier maanden was de installatie weer gerepareerd zodat de Duisters door konden met de productie. Vervolgens is de fabriek door de Amerikanen
op 16 november 1943 gebombardeerd. Naast dat de centrale en de fabriek zwaar werden beschadigd lieten ook 20 Noren het leven bij die aanval.
In de kelder lag echter nog een grote voorraad zwaar water wat door de Duisters per trein en boot naar Duitsland werd getransporteerd.
Echter werd de boot met daarop de trein met de vaten zwaar water door het verzet middels een bom op 20 februari 1944 tot zinken gebracht in het
Tinnsjø meer, niet ver van Rjukan.
Telemark kanaal
De volgende dag was het plan om met een boot een stukje over het Telemark kanaal
te gaan varen. We zijn naar het Nørsjo hotel in Akkerhaugen gereden waar we de reis hebben geboekt. De trip bestond uit een
busreis van het hotel naar Lunde en vandaar met een boot over het Telemark kanaal terug naar Akkerhaugen. Om 12:26 vertrok de bus
naar Lunde. In Lunde zijn we aan boord van de MS Telemarken gestapt en in drie uur tijd terug naar Akkerhaugen gevaren.
Op het moment dat we vertrokken begon het te regenen en dat heeft het de hele tocht af en aan gedaan. De boeiendste stukken van de tocht
zijn de passages van de diverse sluizen en dan zeker de Vrangfoss sluis met zijn vijf kamers. In totaal daal je in deze sluis van 59
naar 36 meter. Na het sluizencomplex van Vrangfoss komen er nog twee, bij Eidsfoss en Ulefoss. Het Telemark kanaal werd in 1892 in gebruik
genomen. Destijds werd het kanaal de meest spectaculaire waterweg van Europa genoemd. Er was door 500 man zo'n 5 jaar dag en nacht aan de
aanleg van het 105 km lange kanaal gewerkt. Het kanaal gaat van Skien naar en Dalen en in totaal zijn er 8 sluizen met 18 sluiskamers
waarbij een totale hoogte van 72 meter wordt overbrugd. Eénmaal terug in Akkerhaugen wilden we nog wat foto's van de sluis in
Vrangfoss maken. Het weer was inmiddels beter geworden, de regen was opgehouden en de zon begon zich ook weer te vertonen. Met de auto
was het maar een kort ritje. Vanaf de sluis nog een rondrit door de omgeving gemaakt via oa Lunde en Seljord. Op de weg tussen Lunde en
Seljord zagen we ons eerste wild deze vakantie, een enorme eland stond voor ons op de weg. Voor we er een foto van konden maken was hij
verdwenen, maar we zagen hem vervolgens op een open plek tussen de bomen staan. Een foto kon nog net gemaakt worden voor hij verder het bos in rende.
Rauland en omgeving
De laatste dag in ons hutje in Rjukan. Het weer was opnieuw weinig bemoedigend, het zag er regenachtig uit. We wilden het deze dag
niet te laat maken zodat we 's avonds al vast de spullen kunnen opruimen en inpakken. Als eerste zijn we naar Vierli gereden, daar zou
een soort kinderboerderij zijn met rendieren die om 12 uur worden gevoerd wat dan door kinderen mag worden gedaan. Rond half twaalf waren
we bij het Vierli Tourist Centre en hebben we eerst wat gedronken en 'genoten' van de regen die met
bakken naar beneden kwam. Tegen 12 uur zijn we naar de kudde van wel 3 tamme rendieren gelopen, gelukkig regende het op dat moment niet
zo hard meer, het miezerde nog een beetje. Even later kwam er inderdaad iemand aan met een zak en emmer voer. Ciska en nog een ander kind
mochten de rendieren wat rendiermos en ander voer geven. Gulzig schrokten de beesten het eten naar binnen. Behalve rendieren waren er nog
andere beesten zoals ganzen, konijnen, geiten en een varken. Ook die mochten door de kinderen worden gevoerd. Inmiddels wat het ook weer
begonnen met regenen. Vanaf Vierli zijn we naar de Tourist Info van Rauland gegaan voor wat info over de omgeving.
Vandaar zijn we naar een soort openluchtmuseum gereden, het Telemarkstunet bij de Raulandsakademiet
met wat nagebouwde authentieke huizen uit deze streek met kunstnijverheid en waarin een aantal spullen werden verkocht. Ook worden er soms
concerten gegeven. We hebben er even rond gekeken, weinig bijzonders overigens er zijn mooiere openluchtmusea in Noorwegen. Bij de bakkerij
hebben we een paar heerlijke verse broodjes gekocht die we onder het genot van koffie in het cafeetje hebben opgegeten. Vandaar hebben we nog
een rondje om het Totak meer gereden en vervolgens weer terug naar de camping. Net voor Rjukan zijn we nog gestopt bij de waterval van
Rjukan om deze te bekijken, alsof we nog niet genoeg water hadden zien vallen die dag.