Vakantie Noorwegen 2007
Heenreis
Op maandag 23 juli zijn we vroeg opgestaan, we hadden tenslotte een autorit van meer dan 1000 km voor de boeg naar Rubjerg
in het noorden van Denemarken. Via Utrecht en Apeldoorn naar Duitsland gereden waar we na 3 uur rijden ergens tussen Osnabrück
en Bremen zijn gestopt op een parkeerplaats om te ontbijten. Vervolgens kwamen we tussen Bremen en Hamburg in een file terecht, dat
heeft ons ongeveer een uur gekost. Bij een restaurantje zijn we gestopt om wat te drinken in de hoop dat de file zou oplossen in de
tussentijd, helaas niet. Toen we de file uit waren konden we weer stevig doorrijden tot de Duits-Deense grens. Net na de grens zijn
we op een parkeerplaats gestopt om te lunchen. Uiteindelijk waren we rond half zes bij het B&B in Rubjerg waar we hartelijk
werden ontvangen door de gastvrouw die ons vervolgens onze kamer wees. Het grote B&B zat verder helemaal vol met Zweden die
hier met hun kinderen waren voor een internationaal jeugdvoetbal toernooi. Nadat we ons in onze kamer hadden geïnstalleerd hebben
we geïnformeerd waar we konden eten. Op aanraden van onze gastvrouw zijn we naar Lønstrup gereden, een paar kilometer van
Rubjerg. Daar hebben we gezocht naar restaurant dat creditcards accepteerde, dat hebben we helaas niet kunnen vinden, dus van nood
moesten we nog Deense kronen trekken bij een bank. Na het eten terug naar het B&B waar we de rest van de avond nog gezellig met
de Zweden buiten hebben doorgebracht.
De volgende morgen zijn we na het ontbijt vertrokken en even na acht uur waren we bij de ferry terminal in Hirtshals. Daar hadden we bij het inchecken nog een meevaller, het bleek dat we teveel voor onze tickets hadden betaald, we kregen nog bijna 100 euro terug. Weliswaar in Deense kronen, maar die raken we op de boot wel kwijt, tezamen met die we gisteren in Lønstrup overhadden na het eten. Om 8:45 konden we aan boord rijden van de ColorLine MS Peter Wessel en vervolgens hebben we het schip verkend voor we naar het restaurant gingen om koffie te drinken. Even na half tien vertrokken we voor de ruim vijf uur durende overtocht naar Larvik in Noorwegen. Tijdens de overtocht was er voor de kinderen oa een voorstelling met een aantal clowns. Om 14:45 kwamen we aan in Larvik, het ontschepen duurde echter erg lang en ook voordat we goed en wel op weg waren naar onze eerste camping waren we bijna een uur verder. Onderweg naar de camping zijn we gestopt bij de staafkerk in Heddal, de grootste staafkerk van Noorwegen. We hadden echter het idee dat hij veel groter zou zijn. De plaatjes die we hadden gezien gaven ons de indruk dat het een behoorlijk grote kerk moest zijn, maar dat was het echter niet. Toen we de kerk uit wilden gaan begon het opeens hard te regenen. De eerste echte bui deze vakantie, en zeker niet de laatste. De bui duurde echter maar kort en na nog een kop koffie in het restaurant bij de kerk hebben we het laatste stuk naar de camping afgelegd, de Rjukan Hytte- og Caravanpark camping in Rjukan. Daar waren we even na zeven uur, we kregen een leuk klein hutje, van alles voorzien, behalve een eigen toilet en stromend water.
De volgende morgen zijn we na het ontbijt vertrokken en even na acht uur waren we bij de ferry terminal in Hirtshals. Daar hadden we bij het inchecken nog een meevaller, het bleek dat we teveel voor onze tickets hadden betaald, we kregen nog bijna 100 euro terug. Weliswaar in Deense kronen, maar die raken we op de boot wel kwijt, tezamen met die we gisteren in Lønstrup overhadden na het eten. Om 8:45 konden we aan boord rijden van de ColorLine MS Peter Wessel en vervolgens hebben we het schip verkend voor we naar het restaurant gingen om koffie te drinken. Even na half tien vertrokken we voor de ruim vijf uur durende overtocht naar Larvik in Noorwegen. Tijdens de overtocht was er voor de kinderen oa een voorstelling met een aantal clowns. Om 14:45 kwamen we aan in Larvik, het ontschepen duurde echter erg lang en ook voordat we goed en wel op weg waren naar onze eerste camping waren we bijna een uur verder. Onderweg naar de camping zijn we gestopt bij de staafkerk in Heddal, de grootste staafkerk van Noorwegen. We hadden echter het idee dat hij veel groter zou zijn. De plaatjes die we hadden gezien gaven ons de indruk dat het een behoorlijk grote kerk moest zijn, maar dat was het echter niet. Toen we de kerk uit wilden gaan begon het opeens hard te regenen. De eerste echte bui deze vakantie, en zeker niet de laatste. De bui duurde echter maar kort en na nog een kop koffie in het restaurant bij de kerk hebben we het laatste stuk naar de camping afgelegd, de Rjukan Hytte- og Caravanpark camping in Rjukan. Daar waren we even na zeven uur, we kregen een leuk klein hutje, van alles voorzien, behalve een eigen toilet en stromend water.
Omgeving van Rjukan
Woensdag de 25e konden we eindelijk eens uitslapen. Gisteren hadden we bij de receptie een brood besteld die we deze ochtend
hebben opgehaald. Na het ontbijt zijn we in de auto gestapt om de directe omgeving van onze camping en Rjukan te ontdekken. Het
weer zag er stralend uit, blauwe lucht, witte wolkjes en een warm zonnetje. Vanuit ons hutje hadden we mooi zicht op de Gaustatoppen,
met z'n 1883 meter de hoogste berg van de provincie Telemark. Op de top lagen nog wat plukjes sneeuw. Vanaf de camping zijn we naar
Rjukan gereden waar we eerst bij de Tourist Info zijn langs gegaan alvorens we naar de Krossobanen
zijn gegaan. Dit is een kabelbaan naar de Pyggnatten, aan de rand van de Hardangervidda. De kabelbaan brengt je in ruim 4 minuten van zo'n
400 meter naar ongeveer 890 meter hoogte. Eenmaal boven zijn we eerst wat gaan eten en drinken in het restaurantje en vervolgens hebben
we een schitterende wandeling van een paar uur gemaakt. De rust en stilte zijn hier overweldigend, zo af en toe kom je eens wat andere
wandelaars of fietsers tegen. Bovenop een bergtop hebben we genoten van het weidse uitzicht. Eenmaal weer terug bij het restaurant
hebben we nog wat gedronken en gegeten en vervolgens weer met de kabelbaan naar beneden. Daar zijn we met de auto een stukje
verder gereden naar het Industriemuseum in Vemork. In Vemork vond één van
de belangrijkste sabotage acties tijdens de Tweede Wereldoorlog plaats, zie het kader hiernaast. Het museum was vroeger een
waterkrachtcentrale en na de bouw in 1911 was het de grootste ter wereld. In het museum kun je door de enorme hal met de immense
generatoren lopen. Verder zijn er diverse tentoonstellingen over de industrieën in deze streek en in de filmzaal hebben we een boeiende
film gezien over de sabotage actie zoals die destijds door heldhaftige Noren is gepleegd. Na het bezoek aan dit boeiende museum zijn we
weer terug gereden naar de camping.
Sabotage in Vemork
Eén van de belangrijkste sabotage acties tijdens de Tweede Wereldoorlog vond plaats bij deze waterkrachtcentrale in Vemork.
Er werd toen voorkomen dat de Duitsers een atoombom konden ontwikkelen met het zware water dat in deze waterkrachtcentrale werd geproduceerd.
In de waterkracht centrale werd naast elektriciteit namelijk ook zwaar water geproduceerd en de Duitsers hadden dat nodig voor het maken
van een atoombom. Als eerste werd een bom geplaatst waardoor de productie van zwaar water werd gestopt, dit was op 27 februari 1943, maar
na vier maanden was de installatie weer gerepareerd zodat de Duisters door konden met de productie. Vervolgens is de fabriek door de Amerikanen
op 16 november 1943 gebombardeerd. Naast dat de centrale en de fabriek zwaar werden beschadigd lieten ook 20 Noren het leven bij die aanval.
In de kelder lag echter nog een grote voorraad zwaar water wat door de Duisters per trein en boot naar Duitsland werd getransporteerd.
Echter werd de boot met daarop de trein met de vaten zwaar water door het verzet middels een bom op 20 februari 1944 tot zinken gebracht in het
Tinnsjø meer, niet ver van Rjukan.
Telemark kanaal
De volgende dag was het plan om met een boot een stukje over het Telemark kanaal
te gaan varen. We zijn naar het Nørsjo hotel in Akkerhaugen gereden waar we de reis hebben geboekt. De trip bestond uit een
busreis van het hotel naar Lunde en vandaar met een boot over het Telemark kanaal terug naar Akkerhaugen. Om 12:26 vertrok de bus
naar Lunde. In Lunde zijn we aan boord van de MS Telemarken gestapt en in drie uur tijd terug naar Akkerhaugen gevaren.
Op het moment dat we vertrokken begon het te regenen en dat heeft het de hele tocht af en aan gedaan. De boeiendste stukken van de tocht
zijn de passages van de diverse sluizen en dan zeker de Vrangfoss sluis met zijn vijf kamers. In totaal daal je in deze sluis van 59
naar 36 meter. Na het sluizencomplex van Vrangfoss komen er nog twee, bij Eidsfoss en Ulefoss. Het Telemark kanaal werd in 1892 in gebruik
genomen. Destijds werd het kanaal de meest spectaculaire waterweg van Europa genoemd. Er was door 500 man zo'n 5 jaar dag en nacht aan de
aanleg van het 105 km lange kanaal gewerkt. Het kanaal gaat van Skien naar en Dalen en in totaal zijn er 8 sluizen met 18 sluiskamers
waarbij een totale hoogte van 72 meter wordt overbrugd. Eénmaal terug in Akkerhaugen wilden we nog wat foto's van de sluis in
Vrangfoss maken. Het weer was inmiddels beter geworden, de regen was opgehouden en de zon begon zich ook weer te vertonen. Met de auto
was het maar een kort ritje. Vanaf de sluis nog een rondrit door de omgeving gemaakt via oa Lunde en Seljord. Op de weg tussen Lunde en
Seljord zagen we ons eerste wild deze vakantie, een enorme eland stond voor ons op de weg. Voor we er een foto van konden maken was hij
verdwenen, maar we zagen hem vervolgens op een open plek tussen de bomen staan. Een foto kon nog net gemaakt worden voor hij verder het bos in rende.
Rauland en omgeving
De laatste dag in ons hutje in Rjukan. Het weer was opnieuw weinig bemoedigend, het zag er regenachtig uit. We wilden het deze dag
niet te laat maken zodat we 's avonds al vast de spullen kunnen opruimen en inpakken. Als eerste zijn we naar Vierli gereden, daar zou
een soort kinderboerderij zijn met rendieren die om 12 uur worden gevoerd wat dan door kinderen mag worden gedaan. Rond half twaalf waren
we bij het Vierli Tourist Centre en hebben we eerst wat gedronken en 'genoten' van de regen die met
bakken naar beneden kwam. Tegen 12 uur zijn we naar de kudde van wel 3 tamme rendieren gelopen, gelukkig regende het op dat moment niet
zo hard meer, het miezerde nog een beetje. Even later kwam er inderdaad iemand aan met een zak en emmer voer. Ciska en nog een ander kind
mochten de rendieren wat rendiermos en ander voer geven. Gulzig schrokten de beesten het eten naar binnen. Behalve rendieren waren er nog
andere beesten zoals ganzen, konijnen, geiten en een varken. Ook die mochten door de kinderen worden gevoerd. Inmiddels wat het ook weer
begonnen met regenen. Vanaf Vierli zijn we naar de Tourist Info van Rauland gegaan voor wat info over de omgeving.
Vandaar zijn we naar een soort openluchtmuseum gereden, het Telemarkstunet bij de Raulandsakademiet
met wat nagebouwde authentieke huizen uit deze streek met kunstnijverheid en waarin een aantal spullen werden verkocht. Ook worden er soms
concerten gegeven. We hebben er even rond gekeken, weinig bijzonders overigens er zijn mooiere openluchtmusea in Noorwegen. Bij de bakkerij
hebben we een paar heerlijke verse broodjes gekocht die we onder het genot van koffie in het cafeetje hebben opgegeten. Vandaar hebben we nog
een rondje om het Totak meer gereden en vervolgens weer terug naar de camping. Net voor Rjukan zijn we nog gestopt bij de waterval van
Rjukan om deze te bekijken, alsof we nog niet genoeg water hadden zien vallen die dag.
Van Rjukan naar Ålvik
Op zaterdag 28 juli zijn we van Rjukan naar ons eerste echte huisje in Ålvik gegaan. Ålvik is een klein plaatsje
aan de Hardangerfjord. We zijn vroeg opgestaan om de auto in te pakken en het hutje schoon te maken. Even na 10 uur zijn we
vertrokken. Het weer zag er in eerste instantie nog wel redelijk uit, maar al snel begonnen de eerste regeldruppels te vallen.
Eigenlijk heeft het bijna de hele rit geregend, de ene keer meer dan de andere keer. Het eerste deel van de route hadden we eerder
ook gereden via Rauland en Edland. Daarna verder naar het westen via de E134 naar Håra. Wat ons opviel was nog steeds de
grote hoeveelheden sneeuw op de bergen. De Haukeli tunnel was afgesloten en we moesten over de vroegere bergpas. Dit is een
smalle weg waar maar in één richting tegelijk verkeer overheen kan. We moesten een tijd wachten voor al het verkeer
uit de andere richting voorbij was voor wij in een lange file verder konden rijden. Over de pas reden we vlak langs de sneeuw die
op sommige plaatsen nog wel zo'n 2 meter dik was. De buitentemperatuur was dan ook slechts 5 graden op een hoogte van net boven
de 1000 meter. Eénmaal terug op de gewone weg kwamen we nog door een kurkentrekker-vormige tunnel waarbij we in een spiraal
omhoog reden. Bij Håra hebben we wat gelunched en daarna via de indrukwekkende Låtafossen waterval naar Odda en Utne
langs de Sørfjord. Dat deel van de reis was het overigens droog en liet de zon zich zowaar nog een paar keer zien.
In Utne moesten we een tijd wachten op de ferry die ons over de Hardangerfjord zou varen naar Kvanndal. Vandaar was het nog maar
een klein stukje rijden naar Ytre Ålvik waar ons huisje stond. We hadden het snel gevonden. Een leuk klein huisje direct
aan de oever van de Hardangerfjord. De sleutel zat al in de voordeur dus we konden direct naar binnen.
De volgende dag was het wederom erg slecht weer, de hele dag heeft het geregend en we hadden weinig zin om ergens heen te gaan, we zijn dus de hele dag in het huisje gebleven. We hebben wat gelezen en spelletjes gedaan. Aan het eind van de middag en 's avonds begon het weer wat op te klaren en liet de zon zich zo af en toe zelfs zien. Omdat we verder ook geen eten in huis hadden zijn we 's avonds naar Øystese, niet ver van Ålvik, gereden om daar te gaan eten in het Hardangerfjord Hotel.
De volgende dag was het wederom erg slecht weer, de hele dag heeft het geregend en we hadden weinig zin om ergens heen te gaan, we zijn dus de hele dag in het huisje gebleven. We hebben wat gelezen en spelletjes gedaan. Aan het eind van de middag en 's avonds begon het weer wat op te klaren en liet de zon zich zo af en toe zelfs zien. Omdat we verder ook geen eten in huis hadden zijn we 's avonds naar Øystese, niet ver van Ålvik, gereden om daar te gaan eten in het Hardangerfjord Hotel.
Voss
Ook maandag zag het weer er opnieuw niet al te best uit toen we opstonden. We wilden de Flåmsbana gaan doen. Een mooie,
20 km lange treinrit van Flåm naar Myrdal waarbij de trein zo'n 866 meter stijgt. Maar onderweg richting Flåm zagen
we dat de toppen van de bergen in de wolken zaten en we hadden het gevoel dat daardoor de treinrit eigenlijk niet de moeite waard
zou zijn. We besloten daarom maar naar de plaats Voss te gaan waar we toch langs kwamen op de route naar Flåm. Eénmaal
in Voss aangekomen zijn we eerst naar de Tourist Info gegaan om wat info over de plaats en omgeving op te halen. Vanaf de Tourist
Info zijn we als eerste naar het openluchtmuseum van de stad gereden, het Voss Folkemuseum.
In dit openluchtmuseum in Mølster zijn twee boerderijen uit de 16e eeuw te zien. In eerste instantie was het oorspronkelijk
één boerderij met in totaal 16 gebouwen. Later is die boerderij gesplitst in twee afzonderlijke boerderijen.
Ze zijn tot 1917 respectievelijk 1927 bewoond geweest en daarna zijn ze beide onderdeel van het museum geworden. De 16 gebouwen staan
ook nu nog steeds op hun oorspronkelijke plaats zodat je een goed beeld krijgt van de opbouw van een boerenbedrijf uit de 16e eeuw.
Het museum geeft een goede impressie van het harde boerenleven in de bergen in Noorwegen door de eeuwen heen. Verder staan de gebouwen
nog veel met huisraad en gebruiksvoorwerpen uit de afgelopen eeuwen zodat je ook goed de ontwikkeling van het boerenleven door de
eeuwen heen kan volgen. In het hoofdgebouw hebben we eerst een tentoonstelling over het leven van de mensen in
vroeger tijden in Voss en omgeving bekeken alvorens we buiten een privé rondleiding door de gebouwen van de twee boerderijen
kregen. We zijn ruim twee uur in het museum geweest voor we terug zijn gereden naar het centrum van Voss alwaar we toen de oude
Vangskyrkja kerk hebben bekeken. Deze oude kerk is gebouwd tussen 1271-1277 en wordt nog steeds als zodanig gebruikt. In de kerk
zijn een aantal schilderingen te zien van een schilder die de schilderkunst niet echt machtig was, het lijken meer kindertekeningen.
Wat verder wel leuk is in deze kerk zijn de schilderingen van engeltjes op het plafond. Nadat we na het bezoek aan de kerk de
naastgelegen souvenirwinkel hadden bezocht zijn we door de winkelstraat van Voss gelopen en hebben we op een terrasje hebben wat
gegeten en gedronken. Verder is Voss overigens ook niet zo heel erg boeiende plaats. Via de wegen E16 en R7 zijn we vervolgens terug
gereden naar Ålvik. Op deze wegen ga je door tientallen tunnels variërend in lengte van zo'n 100 meter tot zelfs een
aantal kilometers lang. Ook hebben we onderweg nog een stop gemaakt bij de Steinsdal waterval. Een indrukwekkende en ook wel een
bijzondere waterval omdat je achter het vallende water langs kan lopen.
Flåmsbana
Oh wonder, het is mogelijk in dit land, een dag zonder regen! De eerste sinds bijna een week. Maar dat wisten we uiteraard nog niet
toen we de volgende dag opstonden. We zagen toen alleen dat het al een tijd niet geregend had omdat de veranda voor ons huis al
bijna helemaal droog was. Zo hadden we die nog niet gezien. We besloten om het deze dag nog een keer te proberen om een rit met de
Flåmsbana te maken. Om half 10 vertrokken we uit Ålvik en 2 uur later waren we
op het station van Flåm. Er stond een hele lange rij voor de balie en we moesten een tijd wachten voor we kaartjes konden
kopen. Toen we eindelijk aan de beurt waren bleek dat de eerste trein waar we nog in mee konden die van 14:50 was en terug die van
17:15. Ondanks dat we dan nog lang moesten wachten hebben we het toch maar gedaan. Wil je nog een beetje op tijd kunnen vertrekken
moet je dus eigenlijk vroeg op het station komen. De tijd hebben we doorgebracht met eten, internetten, door de vele winkeltjes
lopen en het leuke kleine museum van de Flåmsbana bekijken. Om 14:30 kwam de trein het station in en gingen we in de
rij staan, even later konden we instappen en precies op tijd vertrok de trein voor de korte, 20 km, rit naar het 866 meter hoger
gelegen Myrdal. De trein gaat tijdens deze rit door 20 tunnels met een totale lengte van 6 km. Onderweg zijn nog een aantal stations
waar wordt gestopt en ook maakt de trein nog een 5 minuten durende fotostop bij de Kjosfossen waterval. Tijdens deze stop verschijnen er
in de waterval ook twee op muziek dansende nimfen. Na ongeveer een uur kwamen we aan op het station van Myrdal. Hier stoppen ook de
treinen richting Bergen en Oslo. De aanleg van de spoorlijn destijds was een uitdaging voor de ingenieurs. De bouw van de 20 kilometer
lange spoorlijn begon in 1923 met het maken van de vele tunnels. Zoals hiervoor al vermeld zijn er 20 tunnels met een totale lengte van 6
km. Van deze 20 zijn er 18 met de hand gegraven en dat kostte ongeveer een maand voor een meter tunnel! Zodoende is men pas in 1936
begonnen met het aanleggen van de rails en weer 4 jaar later reden de eerste stoomtreinen over het baanvak. In 1944 konden ook elektrische
treinen over het spoor rijden.
Omdat onze trein terug pas om 17:15 ging hadden we ruim een uur op een plek waar verder weinig te beleven valt, maar je kan er wel leuk door de mooie omgeving wandelen. We hebben wat gedronken en in het winkeltje gekeken en een wandeling in de buurt van het station gemaakt. Even na vijf uur kwam de trein het station binnen en zijn we ingestapt. Er zaten veel Japanners en Chinezen in de trein die direct met dezelfde trein weer terug gingen naar Flåm. We konden dus niet zo snel een vrij plaatsje vinden in de trein waar we met z'n drie-en konden zitten. Na een paar wagons te zijn doorgelopen hadden we eindelijk wat gevonden. De terugreis is verder hetzelfde als de heenreis en voegt dus eigenlijk weinig toe. Wat ook een mogelijkheid is, is om in Flåm fietsen te huren en die mee te nemen in de trein naar boven en dan vanaf Myrdal terug te fietsen naar Flåm. Om 18.15 kwam de trein weer aan in Flåm en zijn we vervolgens terug gereden naar Ålvik waar we vrij laat weer aankwamen.
Omdat onze trein terug pas om 17:15 ging hadden we ruim een uur op een plek waar verder weinig te beleven valt, maar je kan er wel leuk door de mooie omgeving wandelen. We hebben wat gedronken en in het winkeltje gekeken en een wandeling in de buurt van het station gemaakt. Even na vijf uur kwam de trein het station binnen en zijn we ingestapt. Er zaten veel Japanners en Chinezen in de trein die direct met dezelfde trein weer terug gingen naar Flåm. We konden dus niet zo snel een vrij plaatsje vinden in de trein waar we met z'n drie-en konden zitten. Na een paar wagons te zijn doorgelopen hadden we eindelijk wat gevonden. De terugreis is verder hetzelfde als de heenreis en voegt dus eigenlijk weinig toe. Wat ook een mogelijkheid is, is om in Flåm fietsen te huren en die mee te nemen in de trein naar boven en dan vanaf Myrdal terug te fietsen naar Flåm. Om 18.15 kwam de trein weer aan in Flåm en zijn we vervolgens terug gereden naar Ålvik waar we vrij laat weer aankwamen.
Eidfjord en Hardangervidda
Woensdag 1 augustus, Arjans 43e verjaardag. Na de cadeautjes en de felicitaties zijn we opgestaan om te constateren dat het weer
nog niet vergeten was dat het gisteren droog was. De regen die gisteren niet was gevallen viel nu naar beneden, samen met
de regen voor deze dag. Het zag er dus niet aanlokkelijk uit om naar buiten te gaan. Rond een uur of tien zijn we toch vertrokken
naar Eidfjord, een uurtje rijden vanaf Ålvik. Daar had het niet geregend, de straten waren nog droog. In Eidfjord zijn we eerst
naar de Tourist Info gegaan en vervolgens zijn we doorgereden naar het Hardangervidda bezoekerscentrum
in Øvre Eidfjord. Een interessant centrum waar veel info wordt gegeven over het ontstaan van de Hardangervidda en de flora en fauna
in dit grootste Nationale Park van Noorwegen en het grootste berg plateau in Noord-Europa op een hoogte van 1100 tot 1400 meter.
Op de Hardangervidda bevindt zich ook de grootste wilde rendierpopulatie van Europa met zo'n 17000 dieren. In het bezoekerscentrum
hebben we ook nog een schitterende panoramafilm gezien van de Hardangervidda waarbij je in vogelvlucht over het park vliegt.
In het restaurant tegenover het centrum hebben we nog gegeten, een overheerlijke eland biefstuk, ter ere van Arjans verjaardag.
Vanaf het centrum zijn we nog een stuk doorgereden om de Vøringsfossen te bekijken. Deze waterval heeft een totale hoogte
van 182 meter met een vrije val van 145 meter en is de meest bezochte natuurlijke attractie van Noorwegen. We wilden de waterval
ook nog vanaf het Fossli Hotel bekijken, maar inmiddels waren de wolken zover gezakt dat het mistig was geworden en was het ook
weer gaan regenen. Daarnaast moesten we ook nog 30 NOK betalen om bij het hotel te kunnen parkeren, dus dat hebben we niet meer
gedaan en we zijn terug gereden naar huis. Onderweg heeft het de hele tijd geregend en ook de rest van de dag. Het lijkt overigens
wel of het in Ålvik meer regent dan in de rest van het land.
Gardnos meteorietkrater
Donderdag zijn we vroeg opgestaan, we wilden deze dag de meteorietkrater in Gardnos bezoeken, ruim 200 km van Ålvik.
Dit speciaal voor Ciska voor haar stenen verzamel hobby. Om 8.10 zijn we vertrokken, het was zowaar droog en we zagen stukken
blauwe lucht en de zon deed haar best de laaghangende bewolking op te lossen. Bij de ferry van Bruravik naar Brimnes moesten we
behoorlijk lang wachten voor we aan boord mochten. Eénmaal aan boord en onderweg naar Brimnes begon de lucht te betrekken
en begon het alsnog te regenen. Echter, eenmaal aan de overkant stopte het met regenen en begon de lucht op te klaren. Het eerste
deel van de route was hetzelfde als gisteren, vanaf de Vøringsfossen gingen we de Hardangervidda over, we stegen tot een
hoogte van 1100-1250 meter, ver boven de boomgrens en we keken uit over de ruige vlakte van de Hardangervidda. Het was erg rustig
op de weg dus we konden behoorlijk doorrijden. Onderweg zijn we nog gestopt bij een grote plak sneeuw langs de weg. Hebben we
midden in de zomer nog even in de sneeuw gelopen! Daarna snel door en even na 12 uur waren we bij de ingang van de meteorietkrater.
Daar stond een man die direct van alles over de krater begon te vertellen. Zelfs in het Nederlands, hij sprak meerdere talen, dus
dat was voor Ciska wel handig. En ook voor ons dan hoefden we niet te tolken. Vanaf de ingang zijn we doorgereden naar
het informatiecentrum. Daar hebben we eerst wat gegeten en gedronken. Om 1 uur vertrok er een rondleiding door het park, wij
hadden als gids dezelfde man als we bij de ingang hadden getroffen. Dat was voor Ciska en de twee andere Nederlandse kinderen wel
handig dat hij zijn verhaal behalve in het Noors en Duits ook in het Nederlands deed. Hij vertelde onder andere dat hier zo'n 650
miljoen jaar geleden een 250 meter grote steenmeteoriet is neergekomen met een snelheid van 20 km/sec. Hierdoor ontstond een krater
van 5 km in doorsnede. Door de drukgolven die de aarde ingingen werd de harde rotsgrond in kleine stukken gebroken Nog steeds kun
je deze stukken zien die tussen zwart stof van de krater zijn geperst en nu een unieke steensoort vormen, Gardnos breccia geheten.
Tijdens de rondleiding en daarna heeft Ciska wat stukken steen van de meteoriet meegenomen.
Na de drie kwartier durende rondleiding hebben we nog een 2 km lange uitgezette wandeling gedaan door dit unieke gebied waar
nog restanten van de laatste ijstijd te zien zijn. De krater is zo goed bewaard gebleven omdat tijdens deze ijstijd de laag ijs
de grond heeft afgeschuurd waardoor de bodem van de krater zichtbaar is. Eénmaal terug bij het infocentrum hebben we nog een
ijsje gegeten, het was deze dag erg mooi en zonnig weer en in de zon zelfs warm! Bij de uitgang kon Ciska nog een paar van haar
gevonden stukken meteoriet slijpen. Toen dat klaar was zijn we weer terug gereden naar Ålvik. Onderweg wilden we in Gol nog
de staafkerk bekijken, maar de entree vonden we te duur, zelfs als je alleen de buitenkant wilde bekijken moesten we voor ons 3-en
180 NOK (25 euro!) betalen, dat vonden we iets te veel en we zijn doorgereden. Eenmaal over de Hardangervidda zijn
we gestopt bij de parkeerplaats van de Vøringsfossen. Daar hadden we gisteren een souvenirwinkeltje gezien die ook allemaal
stenen verkocht. Ciska er nog een aantal stenen voor haar verzameling gekocht.
Toen we in Brimnes op de ferry naar Bruravik stonden te wachten begon het weer te regenen. Zo ongeveer op dezelfde plaats als waar
het 's ochtends was gestopt met regenen. Zou het hier de hele dag geregend hebben?
Bergen
De laatste dag in Ålvik hebben we naar de stad Bergen bezocht. Onderweg daarheen zo af en toe regen, maar toen we eenmaal in
Bergen waren was het droog en schitterend weer. In de zon was het zelfs behoorlijk warm, in de schaduw daarentegen was het toch wat
fris. De auto hebben we in een parkeergarage gezet en daarna zijn we naar de Tourist Info gelopen om wat informatie over de stad op
te halen. Vanaf de Tourist Info zijn we de straat overgestoken om over de vismarkt aan de haven te lopen. Daarna naar Bryggen
gelopen, het oude deel van Bergen met nog een aantal gebouwen uit de middeleeuwen. Hier krijg je een indruk van hoe Bergen er
in die tijd moet hebben uitgezien. Deze oude houten pakhuizen vormden tot 1754 het hart van de Hanzehandel in Noorwegen. Dit gedeelte
van de stad was al een handelscentrum voor vis en visproducten lang voordat er de Duitse kooplieden kwamen. De houten gebouwen zijn
in de loop der eeuwen diverse malen door brand verwoest. In 1955 was de laatste brand en toen zijn slechts 10 van de historische
panden gespaard. Na een rondwandeling door Bryggen zijn we naar de Rosenkrantz toren gelopen. We wilden daar de toren beklimmen maar daar moesten
we zolang wachten dat we dat maar gelaten hebben. De rest van de vesting is gratis te bekijken en vanaf de muren heb je een mooi
uitzicht over een gedeelte van de haven van Bergen. Onze volgende bestemming in Bergen was de Fløi Banen, met deze in 1928
aangelegde kabelspoorbaan zijn we naar de top van de 320 meter hoge Fløyen berg gegaan. Van bovenaf wordt een schitterend
uitzicht over de stad en verre omgeving geboden. Na wat te hebben gedronken zijn we weer naar beneden gegaan en hebben we de
kathedraal bezocht. Niet veel bijzonders, alleen een paar van de gebrandschilderde ramen
zijn wel mooi. Onze volgende expeditie was het vinden van het kantoor om het tolgeld voor Bergen te betalen. Bij het binnenrijden
is het kenteken van de gefotografeerd en nu moeten we nog ergens betalen. Het kostte wat moeite om het kantoor te vinden, maar
uiteindelijk hebben we het bij een benzinestation gevonden. We moesten 15 NOK betalen. Vanaf het benzinestation terug naar het
centrum gelopen en onderweg in het park even van het mooie weer genoten alvorens we weer naar de vismarkt zijn gegaan om wat vis
te kopen. Nadat we nog een internetcafé hadden bezocht hebben we op een terras wat gegeten alvorens we weer terug naar huis
zijn gereden. In Ålvik was het voor de verandering ook eens droog en we hadden een schitterend zicht vanuit ons huisje over de Hardangerfjord.
Van Ålvik naar Sulesund
Op zaterdag 4 augustus zijn we vroeg opgestaan om alles in te pakken en het huisje schoon te maken want we hadden een lange reis
naar ons tweede huisje in Sulesund voor de boeg en we moesten om 10 uur uit het huisje zijn. Toen we opstonden was het nog droog,
maar tijdens het inpakken van de auto begon het te regenen. Tegen 10-en zijn we vertrokken voor de lange rit naar Sulesund.
Via Voss en Vik zijn we naar Vangsnes gereden vanwaar we zijn overgevaren naar Dragsvik. Op de kade en de boot hebben
we wat gegeten en gedronken. Via Jølster en Gloppen zijn we naar de ferry van Anda naar Lote gereden. Tot nu toe had het de
hele reis vanaf Ålvik onophoudelijk geregend, maar net voordat we bij de ferry waren begon het op te klaren en liet de zon
zich zien, het land ziet er toch een stuk liefelijker uit als het door de zon wordt beschenen dan dat het in een grijze regensluier
is gehuld. Van Lote zijn we over de weg Volda gegaan, we hebben de ferry van Folkestad naar Volda links laten liggen en zijn om de
Austefjord heen gereden. De derde en laatste ferry voor deze dag was die van Festøya naar Solavågen. Eénmaal in
de laatste plaats aangekomen waren we in de gemeente Sula en was het nog maar een klein stukje rijden naar ons tweede huisje in
Sulesund. Daar kwamen we om ongeveer 18:45 aan, bijna 9 uur nadat we waren vertrokken uit Ålvik en in die tijde hebben we in
totaal 436 km afgelegd. Zeker in het fjordengebied in het westen van Noorwegen schiet het door alle veerponten niet op en moet je
rekening houden met een gemiddelde snelheid van zo'n 50 á 60 km/uur. Ons tweede huisje is al behoorlijk oud, het is gebouwd
in het begin van de vorige eeuw, en het is groter dan het vorige huisje. Het huisje is ingericht met meubels uit de jaren 60 van
de vorige eeuw. Ook dit huisje staat weer aan een fjord en wel de Sulafjord. Wel niet zo heel dicht bij als het huisje in Ålvik
maar vanuit de woonkamer hebben we een mooi zicht op de fjord en de bergen aan de overkant van het water.
Ålesund
De eerste dag in ons nieuwe huisje hebben we uitgeslapen en vervolgens zijn we op weg gegaan naar Ålesund, slechts zo'n 30 km
rijden vanaf Sulesund. Onderweg naar Ålesund begon het opnieuw zachtjes te regenen. Bij aankomst hebben we de auto bij de
Tourist Info geparkeerd, gratis omdat het zondag is, en hebben we bij de Tourist Info informatie over een stadwandeling gehaald en
over een trip naar het vogeleiland Runde. Vervolgens hebben we een klein gedeelte van de stad bekeken. Op een zondag is daar niet zo
veel aan omdat de meeste winkels gesloten zijn en het dan een doods aandoende plaats is. Ålesund is bekend om zijn vele huizen
in Art Nouveau stijl. Deze zijn na de grote stadsbrand van 1904 in 3 jaar tijd gebouwd met Europese steun. Hierin is Ålesund
dan ook uniek binnen Noorwegen en zelfs binnen Europa. De stad is gebouwd op een aantal, door bruggen verbonden, eilanden.
We hebben maar een klein gedeelte van de wandeling gelopen omdat het nog steeds een beetje regende. Toen we ergens wat wilden gaan drinken
konden we geen gelegenheid vinden die geopend was. Maar even later liepen we langs de haven en zagen daar een rondvaartboot die op het punt
stond te vertrekken. We aan boord gegaan en zaten we in ieder geval droog en we konden er iets te eten en drinken krijgen. De rondvaart
duurde in totaal 1,5 uur. Onderweg werd er nog gestopt bij Devold, een museum over de Noorse brei-industrie, en bij het Sunnmøre
museum, een openluchtmuseum dat vooral over de visserij gaat. Eventueel kun je bij die musea uitstappen, ze bekijken en de volgende boot
nemen om de rondvaart af te maken, wij hebben dat niet gedaan. Eénmaal terug in Ålesund zijn we met de auto naar het aquarium van
Ålesund gereden. Dit Atlanterhavsparken is één van de grootste
zoutwateraquaria van Noord-Europa. Het park ligt direct aan de kust en binnen zijn er naast de diverse aquaria met vele soorten vissen ook
diverse tentoonstellingen over het leven in de zee te zien. Om 15:00 werden in één van de aquaria de vissen gevoerd.
Dit mochten de kinderen doen, uit een grote emmer konden ze garnalen pakken en die aan de vissen voeren. Even later, om 15:30, werden in het
grote aquarium de grote vissen gevoerd door een duiker die onder grote publieke belangstelling, kom dus op tijd als je een zitplaats wilt
hebben, met een grote zak voer in het aquarium tussen de vissen doorzwom.
Geirangerfjord
Toen we de volgende morgen opstonden zagen we zowaar geen grijze sluier buiten maar konden we zo hier en daar wat blauwe lucht
ontwaren. Omdat de dag er zo hoopval uitzag besloten we om deze dag de Geirangerfjord te bezoeken, volgens de boekjes de
mooiste fjord van Noorwegen. Om 9:15 zijn we vertrokken richting Magerholm om daar de ferry over de Storfjord naar
Ørsneset te nemen. Eénmaal op de ferry begonnen alle wolken rond de bergen weg te trekken en beloofde
het echt een stralende dag te worden. Via Stranda zijn we naar Hellesylt gereden vanwaar de ferry over de Geirangerfjord
naar Geiranger vertrekt. Voor we in Hellesylt waren zijn we nog gestopt bij een uitzichtpunt vanwaar een eerste blik
kan worden geworpen op de Geirangerfjord. In Hellesylt moesten we nog ruim een uur wachten voor de ferry vertrok. Die tijd hebben
we gebruikt om wat te eten en te drinken. Even na het middaguur kwam de ferry binnen en even later konden we aan boord rijden. Iets
over half één vertrokken we voor de ruim een uur durende cruise van 20 km over de fjord naar Geiranger. We zaten op
het bovendek en genoten van het uitzicht en het onvoorstelbaar warme weer. De boot werd omringd door meeuwen terwijl de ene na
andere waterval aan ons voorbijschoof. Rond kwart voor twee reden we van de boot af in Geiranger en nadat we de auto hadden
geparkeerd zijn we in een restaurantje wat gaan eten voordat we een korte wandeling door het dorpje gingen maken. In dit over
toeristische plaatsje loop je van de ene souvenirwinkel naar de andere. Veel meer dan dat plus diverse hotels en restaurants zijn
er niet in Geiranger. In Geiranger hadden we ook de hoogste temperatuur van deze vakantie tot nu toe, het kwik liep op tot tegen de
30 graden. Boven de 20 graden hadden we zelfs nog niet meegemaakt deze vakantie en dan ineens dit! Om een uur of drie zijn we weer
vertrokken naar een uitzichtpunt ver boven Geiranger. Nadat we van het uitzicht hadden genoten zijn we weer terug gereden naar
Geiranger om vervolgens aan de andere kant van het dorp weer omhoog te gaan naar het volgende uitzichtpunt. Hier was een klein
watervalletje waar de zon in scheen en er zodoende een kleine regenboog in zichtbaar was. Ciska is nog op zoek gegaan naar de pot
met goud, ze heeft hem helaas niet gevonden. Na ook hier weer de nodige foto's te hebben gemaakt hebben we onze weg weer vervolgd
naar de ferry die ons over de Norddalsfjord van Eidsdalen naar Linge vervoerde. Deze overtocht was trouwens gratis, toen Hilleke wilde
betalen toen we de boot afreden kreeg ze haar geld weer terug (dit is niet normaal, je moet er normaal gewoon voor betalen).
Van Linge zijn we naar de Trollstigen (Trollenpad) gereden, het beroemdste stukje weg van Noorwegen. Het is een weg waarbij je met
11 haarspeldbochten in bijna 7 km van een hoogte van bijna 700 meter afdaalt naar zo'n 200 meter. Voordat we aan deze afdaling
begonnen hebben we eerst wat gedronken en bij het uitzichtpunt wat foto's van de weg gemaakt. In bijna 12 minuten hebben we de
afdaling gedaan waarbij we een enkele stilstaande tegenligger zagen die met een oververhitte motor langs de kant van de weg stond.
In Andalsnes hebben we vervolgens wat gegeten voordat we de laatste anderhalf uur terug reden naar Sulesund.
Vogeleiland Runde
Toen we dinsdag opstonden keken we opnieuw met verbazing naar buiten, voor de 2e opeenvolgende dag zagen we een blauwe lucht toen we
opstonden. Het zal toch niet waar zijn dat we 2 dagen achter elkaar mooi weer hebben? Dat zou een record zijn voor deze vakantie!
Omdat het nog mooi weer was heeft Ciska besloten dat we naar het vogeleiland Runde zouden gaan om te proberen Puffies (Papegaaiduikers)
te zien. Toen we na het ontbijt de ferry van Hareid naar Sulesund langs zagen varen hebben we de spullen gepakt en zijn we naar de kade
gereden, slechts 1,5 km van ons huisje, om over te varen naar Hareid. De overtocht duurt ongeveer een half uur. Eenmaal in Hareid aangekomen
zijn we direct naar het eiland Runde gereden. Dit gaat verder via bruggen, er zijn daar geen ponten meer. Om half twaalf waren we bij een
restaurant annex Tourist Info waar we een boottochtje rond het eiland hebben geregeld voor 13:00 uur. Vervolgens naar het einde van de
weg op het eiland gereden waar we een korte wandeling hebben gemaakt waarna we terug gereden zijn naar de haven waar we bij een ander
restaurantje wat gegeten en gedronken hebben alvorens we aan boord van het kleine bootje de 'Von' zijn gestapt voor de rondvaart.
Kapitein Björn heette ons hartelijk welkom aan boord, samen met nog een Duitser waren we de enige passagiers. Björn zei al dat
we waarschijnlijk geen papegaaiduikers te zien zouden krijgen omdat die in augustus allemaal wegtrekken. Tijdens de bijna 2 uur durende
rondvaart hebben we vele soorten vogels gezien waaronder oa (kuif)aalscholvers, Jan-van-Genten, zeekoeten, drieteenmeeuwen, mantelmeeuwen,
zilvermeeuwen, zeearenden en onverwacht toch nog een aantal papegaaiduikers. De laatsten waren dus een onverwachte verrassing, opeens
zagen we er een aantal voorbij vliegen en in de zee zwemmen. Ook begon tijdens de rondvaart de lucht behoorlijk dicht te trekken en
verschenen er wolken rond de bergen, maar het bleef verder droog hoewel het niet zo warm was. Er stond een behoorlijke deining dus het
was erg lastig om de vogels goed te fotograferen. Maar er zijn er toch een aantal gelukt. Na afloop van de rondvaart nog wat gedronken
en vervolgens weer op huis aan via een kleine omweg langs de kust over het eiland ten zuiden van Hareid.
Sunnmøre openluchtmuseum
Toen we zondag met de rondvaartboot vanuit Ålesund aan het varen waren, was één van de twee stops bij het
Sunnmøre openluchtmuseum. Dat zag er wel leuk uit en omdat we in een folder gelezen
hadden dat er in de zomermaanden op woensdagen voor kinderen allerlei activiteiten worden georganiseerd hebben we op woensdag 8 augustus
een bezoek aan dit museum gebracht. Het gaat pas om elf uur open en het is maar een klein stukje rijden vanaf ons huisje dus pas om kwart
voor elf zijn we vertrokken en na ongeveer een half uur rijden waren we bij het museum. Er is een deel binnen en buiten staan diverse oude
houten gebouwen uit deze streek waaronder een aantal huizen, boerderijen, pakhuizen, een kerk en een school. Er is ook veel aandacht voor de
visserij en scheepvaart door de nabijheid van de zee. We hebben ook nog een boottocht van ongeveer een uur gemaakt met een replica van een
Noors vikingschip waarvan het origineel bij Roskilde in Denemarken is gevonden. Deze replica is echter wel met een motor uitgerust en helaas
gebruikten we dus niet het zeil. Onderweg mochten de kinderen aan boord aan het roer staan, ook Ciska heeft een tijdje de boot bestuurd.
Eén van de activiteiten die voor kinderen was georganiseerd was onder andere hout snijden. Ciska heeft daar ook nog een stuk hout
gesneden, ze wil hier thuis een lepel van gaan maken. Nadat ze daarmee klaar was hebben we een rondje langs een deel van de oude gebouwen
gemaakt, sommige waren open en kon je ook van binnen bekijken. Na nog wat te hebben gedronken hebben we de oude boten in het botenhuis bekeken
voordat we weer weg gingen. Voordat we terug gingen naar Sulesund zijn we nog naar Ålesund gereden om daar op zoek te gaan een internet
mogelijkheid. Deze hebben we gevonden in de Tourist Info. Onderweg terug naar huis begon het dan toch te regenen, voor het eerst deze week. Dat
bleef het ook tot in de avond toen.
Bud
Donderdag zijn we naar het noorden gegaan. Met de ferry zijn we van Vestnes naar Molde overgestoken. Volgens de
boekjes was Molde zelf niet zo boeiend dus zijn we direct doorgereden naar het vissersplaatsje Bud wat volgens de
diverse boekjes wel een leuk plaatsje moest zijn. Eenmaal in Bud aangekomen zijn we eerste naar de Tourist Info
gereden, daar was verder weinig te zien, maar direct naast de Tourist Info is een ondergronds fort Ergan dat in de Tweede
Wereldoorlog door de Duitsers is gebouwd. Het is een waar doolhof van gangen, tunnels en ruimten onder de grond.
In diverse ruimtes zijn tentoonstellingen ingericht waarbij het alleen jammer is dat alle bijschriften enkel in het
Noors zijn. De bouw van het fort begon in 1941 en was gereed in april 1943. Het fort maakte deel uit van Hitlers
'Atlantik Wall'. Van mei tot november 1945 werd het fort ontruimd, de wapens werden in zee gedumpt en de barakken en
inrichting werden verkocht. We hebben vrij lang door en over het fort gestruind alvorens we van Bud op weg gingen
naar de volgende bestemming, de Atlanterhavsveien.
Atlanterhavsveien en Kvernes
Vanaf Bud gaat de weg naar de Atlanterhavsveien langs de Hustadvika. Dit is een berucht stuk kust vanwege de vele
kleine rotsachtige eilandjes waardoor er lastig te varen is. De Atlanterhavsveien is een ruim 8 km lange weg met
daarin 8 bruggen. De grootste hiervan is de Storseisundet brug. De constructie is begonnen in 1983 en op 7 juli 1989
is de weg geopend. Op een aantal van de kleinere bruggen staan veel mensen te vissen, oppassen dus dat je hier geen
vis tegen de voorruit krijgt, er staan ook borden om je voor de vissers te waarschuwen. Vervolgens wilden we nog naar
Kristiansund, maar dat bleek ivm nog een ferry te laat te gaan worden en die plaats hebben we maar gelaten voor wat
hij is en we hebben een rondje over het eiland Averøya gereden en het staafkerkje van Kvernes bezocht. Dit is
de nieuwste staafkerk van Noorwegen die in ongeveer 1300 is gebouwd. Het kerkje heeft een schitterend interieur met
onder andere het model van een zeilschip aan het plafond. Na het bezoek aan dit kerkje hebben we ons rondje over het
eiland verder vervolgd en opnieuw via de Atlanterhavsveien terug naar Molde en met de ferry terug naar Vestnes.
Deze overtocht duurt ruim een half uur verder beschikt de ferry over een restaurant en hebben we de tijd aan boord
nuttig besteed door daar te gaan eten.
Van Sulesund naar Østby
Omdat de trip van Ålvik naar Sulesund zo veel in beslag nam, besloten we om de reis naar ons laatste huisje in Østby, nabij
Trysil en de grens met Zweden, in twee etappes te doen en onderweg ergens te overnachten. Van Sulesund naar Østby is namelijk
bijna 600 kilometer en dat gaf ons tevens de gelegenheid onderweg ook nog het één en ander te bekijken. De eerste stop was bij
het Rozenkerkje in Stordal. Dit kleine, van binnen schitterend beschilderde kerkje is gebouwd in 1789. De kerk is destijds door vrijwilligers
gebouwd op de plaats van een vroegere staafkerk. De pilaren in de kerk zijn nog van deze vroegere staafkerk. Het was helaas niet toegestaan
om te fotograferen in de kerk, het meisje dat bij de ingang zat zag ons met camera's naar binnen gaan en volgde ons om te zien of we geen
foto's gingen maken. In de kerk was ook nog een balkon vanwaar je een mooi zicht had op het interieur. Terwijl Hilleke beneden het meisje
onder het balkon allerlei vragen stelde kon Arjan toch wat foto's maken. Zonder flits uiteraard en een digitale camera maakt geen lawaai.
Na dit korte bezoek hebben we onze weg vervolgd via Åndalsnes naar Dombås. Onderweg hebben we nog gelunched en na Åndalsnes
zijn we gestopt bij de Trollvegen, de steilste en hoogste rotswand van Europa van meer dan 1000 meter hoog. In het verleden zijn er wel
mensen met een parachute vanaf gesprongen. Maar na een aantal ongevallen is dat tegenwoordig verboden. Het is jammer dat de zon hier altijd
verkeerd staat, het is lastig om er een goede foto van te maken. Vanaf de Trollvegen zijn we in één ruk naar Dombås
gereden om bij de Tourist Info te informeren naar het Trollenpark. Dat is eenvoudig, die ligt er pal
naast in het centrum van Dombås. Dit Trollenpark is een soort gangenstelsel met levensgrote trollen en diverse verhalen over de trollen.
Pas aan het einde zagen we dat het niet was toegestaan om foto's te maken. Maar toen hadden we ze al gemaakt en om ze nou weer te wissen gaat
iets te ver. Nadat we nog wat boodschappen hadden gedaan zijn we op zoek gegaan naar een camping met vrije hutten. We hadden snel een camping
gevonden langs de weg richting Lillehammer zodat we de volgende dag snel weer verder konden gaan naar Østby. De Ulekleiv camping was
een kleine camping met een stuk of 10 hutjes, die niet duur waren. Voor 270 NOK hadden we een 4 persoons hutje.
De volgende dag hebben we na het ontbijt onze weinige spullen gepakt, de hut aangeveegd en toen op weg richting Lillehammer. Toen we opstonden zag het er wel bewolkt uit, maar de zon deed zijn best om er doorheen te breken. Echter toen we eenmaal op weg waren begon het toch weer te regenen. We besloten om in Lillehammer even te stoppen om wat te eten en te drinken. In onze reisgidsen hadden we gelezen dat er ook een automuseum is. Bij de Tourist Info, gevestigd in het station, hebben we e.e.a. nagevraagd. Na wat te hebben gegeten zijn we naar het museum gereden. Het was inmiddels steeds harder gaan regenen, volgens onze Trotter reisgids was het automuseum een goed uitje voor een regenachtige dag, dat komt dan toch weer mooi uit. Het Norsk Kjøretøyhistorisk Museum was snel gevonden, en we hebben er ongeveer een uur rondgelopen in ruim een eeuw Noorse autohistorie. Eens kende Noorwegen ook een auto industrie maar die is gestopt aan het einde van de jaren vijftig van de vorige eeuw. Behalve auto's staan er ook koetsen, sleeën, fietsen en motoren. Ook andere zaken die met auto's te maken hebben zoals bijvoorbeeld een garage zijn er te zien. Toen we het museum weer uit waren hebben we nog wat boodschappen gedaan alvorens we onze weg richting Østby vervolgden. Het was inmiddels nog harder gaan regenen en het rijden was geen pretje. Op de kaart stond dat de E6 een snelweg werd van net voor Lillehammer tot Oslo, maar we zagen niet echt een verschil met de overige wegen in Noorwegen, nog steeds dezelfde 2-baans weg met een maximum van 80 km/u. En omdat het zo druk is op deze weg, lag de snelheid niet veel hoger dan 60 tot 70 en inhalen was ook niet mogelijk omdat het de andere richting op ook erg druk was. In Hamar hebben we de 'snelweg' verlaten, daar hield het overigens ook op met regenen gelukkig. Tot Elverum was het nog vrij druk op de weg, maar vandaar tot Trysil was de weg verlaten en was de toegestane maximum snelheid zelfs 90! Om ongeveer 16:45 waren we bij het huis in Østby waar we de sleutel voor ons volgende huisje moesten ophalen, we hadden via Novasol opgegeven dat we de sleutel bij de eigenaar zouden ophalen. Er was echter niemand thuis en we zijn maar naar het huisje gereden. Bij het huisje was echter ook niemand en na verloop van tijd maar weer terug gereden naar het huis van de eigenaar waar ook nog steeds niemand was alhoewel er wel licht in het huis aan was. Uiteindelijk zijn weer naar het huisje gegaan in de hoop dat we elkaar wellicht net hadden gemist, maar helaas nog steeds niemand te zien. We hebben nog gezocht naar een sleutel en Ciska kwam met het idee kwam om in de brievenbus te kijken. En jawel, daar zat de sleutel in, dat hadden ze dan van Novasol ook wel beter mogen communiceren. Eenmaal in het huisje is het, zoals bij ieder huisje, eerst een ontdekkingstocht wat er allemaal wel en niet is. Het huisje staat verlaten in een bosrijke omgeving, het is ook een stuk groter dan de vorige twee huisjes.
De volgende dag hebben we na het ontbijt onze weinige spullen gepakt, de hut aangeveegd en toen op weg richting Lillehammer. Toen we opstonden zag het er wel bewolkt uit, maar de zon deed zijn best om er doorheen te breken. Echter toen we eenmaal op weg waren begon het toch weer te regenen. We besloten om in Lillehammer even te stoppen om wat te eten en te drinken. In onze reisgidsen hadden we gelezen dat er ook een automuseum is. Bij de Tourist Info, gevestigd in het station, hebben we e.e.a. nagevraagd. Na wat te hebben gegeten zijn we naar het museum gereden. Het was inmiddels steeds harder gaan regenen, volgens onze Trotter reisgids was het automuseum een goed uitje voor een regenachtige dag, dat komt dan toch weer mooi uit. Het Norsk Kjøretøyhistorisk Museum was snel gevonden, en we hebben er ongeveer een uur rondgelopen in ruim een eeuw Noorse autohistorie. Eens kende Noorwegen ook een auto industrie maar die is gestopt aan het einde van de jaren vijftig van de vorige eeuw. Behalve auto's staan er ook koetsen, sleeën, fietsen en motoren. Ook andere zaken die met auto's te maken hebben zoals bijvoorbeeld een garage zijn er te zien. Toen we het museum weer uit waren hebben we nog wat boodschappen gedaan alvorens we onze weg richting Østby vervolgden. Het was inmiddels nog harder gaan regenen en het rijden was geen pretje. Op de kaart stond dat de E6 een snelweg werd van net voor Lillehammer tot Oslo, maar we zagen niet echt een verschil met de overige wegen in Noorwegen, nog steeds dezelfde 2-baans weg met een maximum van 80 km/u. En omdat het zo druk is op deze weg, lag de snelheid niet veel hoger dan 60 tot 70 en inhalen was ook niet mogelijk omdat het de andere richting op ook erg druk was. In Hamar hebben we de 'snelweg' verlaten, daar hield het overigens ook op met regenen gelukkig. Tot Elverum was het nog vrij druk op de weg, maar vandaar tot Trysil was de weg verlaten en was de toegestane maximum snelheid zelfs 90! Om ongeveer 16:45 waren we bij het huis in Østby waar we de sleutel voor ons volgende huisje moesten ophalen, we hadden via Novasol opgegeven dat we de sleutel bij de eigenaar zouden ophalen. Er was echter niemand thuis en we zijn maar naar het huisje gereden. Bij het huisje was echter ook niemand en na verloop van tijd maar weer terug gereden naar het huis van de eigenaar waar ook nog steeds niemand was alhoewel er wel licht in het huis aan was. Uiteindelijk zijn weer naar het huisje gegaan in de hoop dat we elkaar wellicht net hadden gemist, maar helaas nog steeds niemand te zien. We hebben nog gezocht naar een sleutel en Ciska kwam met het idee kwam om in de brievenbus te kijken. En jawel, daar zat de sleutel in, dat hadden ze dan van Novasol ook wel beter mogen communiceren. Eenmaal in het huisje is het, zoals bij ieder huisje, eerst een ontdekkingstocht wat er allemaal wel en niet is. Het huisje staat verlaten in een bosrijke omgeving, het is ook een stuk groter dan de vorige twee huisjes.
Trysil en de Snippen Gård
Zondag hebben we eerst eens lekker uitgeslapen en na het ontbijt hebben we geprobeerd om uit te vinden waarom het water uit de kraan zo
verschrikkelijk bruin is. We hadden er ook geen koffie van gemaakt want we weten niet wat er mee aan de hand is. We hebben ook geprobeerd
om de eigenaar te bellen, maar dat is niet gelukt. We hebben weinig of geen bereik met onze mobiele telefoons in dit afgelegen gebied.
Soms werken ze wel en dan later weer niet. Onze eerste doel deze dag was de Tourist Info in Trysil. Daar stond zowaar een Nederlands meisje
achter de balie, dus dat was wel handig. Ze heeft ons het één en ander verteld over wat er allemaal in de omgeving is te doen
en te zien. Tevens heeft een Noorse collega van haar de eigenaar van het huis gebeld om te vragen naar de herkomst van het bruine water.
Het is niet gevaarlijk, het komt omdat het water uit een beek naast het huis wordt gepompt en na veel regenval wordt het water bruin.
We kunnen het wel gewoon gebruiken alhoewel het er niet smakelijk uit ziet en ons werd aangeraden om het water in de koffiezetter te koken
en door een koffiefilter te laten lopen om het wat te filteren. Verder hebben we ook bij de Tourist Info voor woensdag avond een
eland safari geregeld. Na het bezoek aan de Tourist Info hebben we bij een naburig café koffie gedronken, dat hadden we bij het ontbijt
niet gemaakt, en vervolgens zijn we naar een soort kinderboerderij in de buurt van Elverum gereden, de Snippen Gård
in Julussdalen. Daar hebben we de rest van de middag doorgebracht met het kijken naar beesten die je in Nederland ook overal kan zien zoals
geiten, paarden, koeien, kippen, varkens, enz. Ciska heeft hier voor het eerst van haar leven gevist. Binnen een paar minuten had ze al beet
en haalde ze een 1,8 kg zware regenboogforel uit het water. Het bleek dat je de vis dan (dood) mee kreeg naar huis (wel tegen betaling
uiteraard). We hebben hem laten schoonmaken en morgen gaat hij op de BBQ. Nadat Ciska nog even in de speeltuin had gespeeld zijn we weer
vertrokken en via wat binnendoor weggetjes zijn we terug gereden naar ons huisje in Østby.
Hamar
Toen we maandag vroeg opstonden kwam voor de verandering de regen weer eens met bakken uit de hemel, het was tenslotte al weer twee
dagen geleden dat we regen hadden gezien. We stonden vroeg op omdat we naar het spoorwegmuseum
in Hamar wilden gaan. Daar is ook buiten een aantal dingen te zien dus we hoopten dat het in Hamar wat droger zou zijn. Onderweg
bleef het maar plenzen, maar toen we van Elverum naar Hamar reden zagen we in de verte al wel een blauwe lucht. Toen we dichter bij waren
vreesden we dat het slechte weer aan de oostkant van het Mjøsa meer zat en het mooie weer aan de westkant. Maar gelukkig toen we
in Hamar aankwamen was de regen opgehouden en hadden we verder een dag met stralend zonnig weer. Het museum hadden we snel gevonden, het
was er niet druk. We zijn eerst door het hoofdgebouw gewandeld waar een impressie wordt gegeven van de historie van de Noorse spoorwegen.
Daarna hebben we buiten een kort ritje gemaakt met een smalspoor stoomtreintje over het uitgestrekte buitenterrein van het museum, het ritje
duurt echter maar een paar minuten. Het museum is verder erg leuk opgezet, langs de smalspoorlijn staan diverse gebouwen die vroeger her en
der door Noorwegen stonden en die naar dit museum zijn verplaatst. Toen we bij het eindpunt van de korte rit waren aangekomen hebben we
eerst wat gedronken bij een oud restauratierijtuig alvorens we één van de locomotiefhallen zijn ingegaan waar onder andere
zowel de grootste als de kleinste stoomlocomotief staan die ooit in Noorwegen hebben gereden. Langs de diverse oude gebouwen zijn we
vervolgens terug gelopen in de richting van het hoofdgebouw. Na nog een loods met stoomlocomotieven te hebben bekeken heeft Ciska nog een
rondje op een lilliputtrein gemaakt waarna we het hoofdgebouw weer zijn ingegaan waar Ciska nog een tijdje met een Fisher Price modelbaan
heeft gespeeld. Na dit museum zijn we naar het centrum van Hamar gereden waar we op zoek zijn gegaan naar een boekwinkel. Hilleke wilde een
recept voor Ciska's vis voor op de BBQ vanavond. In wat Noorse kookboeken hebben we wat gevonden. Arjan heeft met de digitale camera de
recepten gefotografeerd zodat we ze 's avonds nog eens konden nalezen en vervolgens hebben we de boeken weer terug gezet. Na nog wat te
hebben gedronken en een ijsje zijn we terug gereden richting Østby. In Elverum zijn we naar de supermarkt gegaan voor inkopen voor
de komende dagen. Eénmaal thuis hebben we de vis gemarineerd en die hebben we daarna op de BBQ gelegd. Het duurde even voor hij
goed gaar was, maar we hebben er heerlijk van gegeten. We waren blij dat Ciska maar een kleintje van 1,8 kg had gevangen. Er waren ook
mensen die een vis van meer dan 4 kg boven water haalden. Geen idee wat wij met zo'n grote vis hadden gemoeten. Dan kun je de hele week vis eten.
Het mijnstadje Røros
De volgende dag zijn we opnieuw vroeg opgestaan omdat we een bezoek wilden brengen aan het mijnstadje Røros,
op zo'n 2,5 uur rijden
vanaf Østby. Tegen negen uur vertrokken we en na een mooie rit door het Noorse landschap waren we rond kwart over elf in Røros.
Het was gelukkig mooi weer met wel zo hier en daar donkere wolken, maar de regen is weggebleven. Het was niet erg warm, slechts zo'n 14
graden maar we waren al lang blij dat het droog was. Als eerste zijn we bij de Tourist Info langs gegaan voor wat info en een wandelroute
door het oude mijnstadje. Røros met zijn oude houten huisjes staat op de Wereld Erfgoed Lijst
en is in al die jaren nooit door brand getroffen waardoor vele huizen uit de beginperiode er nog steeds staan. De toren van de uit 1780 stammende
Bergstadens Zür kerk is door de hele stad heen te zien en fungeert als markant punt van deze plaats. De hoofdstraat van het plaatsje is
gevuld met souvenirwinkeltjes en diverse kleine ambachtswerkplaatsjes. Vanaf 1644 was Røros voor meer dan 300 jaar het centrum van een gebied
met veel kopermijnen. De laatste mijn werd in 1977, na 333 jaar mijnhistorie, gesloten. In al die jaren speelde de mijnindustrie een belangrijke
rol in de economische en sociale ontwikkeling van Røros en omstreken. In het oude deel van stad, ook wel bekend onder de naam
'Bergstaden' vindt je nog veel karakteristieke oude huizen uit de 18e en 19e eeuw. In de vroegere smelterij (Smeltehytte) bevindt zich nu het
Røros museum. Deze smelterij is in de loop der eeuwen diverse malen afgebrand en steeds weer
opgebouwd. In het museum vindt je aantal schitterend gemaakte, werkende maquettes van diverse gebouwen en installaties die voor het winnen
van het kopererts werden gebruikt. Vroeger werd vaak waterkracht gebruikt voor het aandrijven van de machines en zelfs dat is in de
maquettes terug te zien. Ze zijn voorzien van kleine waterraderen die ook echt door water worden aangedreven. Naast de smelterij liggen
enorme bergen met het slakken afval van de smelterij, deze kun je ook beklimmen en van bovenaf heb je een mooi uitzicht over het stadje.
Ook deze slakken afvalberg is onderdeel van het cultureel erfgoed en het is dus niet toegestaan om wat slakken als souvenir mee te nemen.
Vervolgens zijn we naar de Olavsgruva gereden. Dit is één van de mijnen waar vroeger het kopererts naar boven werd gehaald.
Deze mijn is 2 maal gebruikt. De laatste maal was van 1932 tot 1972 en deze ligt onder de oude mijn. Deze mijn kun je ook in en je gaat in de
nieuwe mijn tot zo'n 50 meter diepte onder de grond. In de mijn is het overigens behoorlijk koud, slechts zo'n 5 graden dus hou er rekening mee
dat je warme kleding meeneemt. Je loopt door de diverse gangen en ziet de mijn zoals hij er uit zag toen hij voor het laatste maal werd verlaten.
De rondleiding door de mijn eindigde in de Bergmannshallen. Een grote zaal diep onder de grond die ook wel gebruikt wordt voor het geven van
concerten en theatervoorstellingen. Weer eenmaal terug boven de grond was het inmiddels ongeveer 5 uur en tijd om terug te gaan naar Østby.
Onderweg hebben we in een restaurantje aan de oevers van het Femunden meer wat gegeten en Ciska heeft daarna nog even gespeeld in de speeltuin
van de naastgelegen camping. Na nog wat over de camping te hebben gelopen hebben we onze weg vervolgd en om ongeveer half tien waren we weer terug in ons huis.
Elverum
Woensdag hebben we uitgeslapen, we wilden niet zo ver weg als dinsdag. Na het ontbijt hebben Arjan en Ciska nog de vissen in de vijver
voor het huis met oud brood gevoerd. Eén van de vissen in de vijver zwemt rond met een oranje dobber achter zich aan. Er is
waarschijnlijk op hem gevist en de lijn is gebroken, dus waarschijnlijk zit het haakje nog in z'n bek en de dobber plus een stuk van de
lijn volgt hem steeds. Het is dan ook eenvoudig om deze vis terug te vinden in de vijver. Na het vissen voeren zijn we naar Elverum gereden
om daar het bosmuseum te bezoeken. Zodra we van huis vertrokken begon het te regenen en dat is
eigenlijk de hele dag maar door gegaan. Soms hard, soms zachtjes, dan weer even droog, maar de hele dag door was het nat. In het
hoofdgebouw van het museum was dat niet zo erg, maar er is ook een groot buiten terrein bij. Het museum is gewijd aan de bosbouw in
Noorwegen en alles wat met het gekapt hout kan worden gedaan, huizen, meubels, papier, etc. Naast het hout wordt ook veel aandacht besteed
aan de overige flora en fauna in en buiten de bossen in Noorwegen, zoals vogels, vissen, grote en kleine zoogdieren, etc. Erg interessant
museum waar je wel een dag kan doorbrengen, zeker als het mooi weer is en je het uitgebreide buiten gedeelte ook wilt bezoeken. Daar is bij
ons ivm de regen weinig van terecht gekomen. We zijn wel even buiten geweest toen het wat miezerde. Ciska heeft nog er nog wel een tijdje
als ware Nederlandse waterbouwkundige dammen gebouwd in een soort waterspeelplaats met stromend water (niet de regen). Tegen vier uur zijn
we weer terug gegaan naar huis om nog thuis te kunnen eten voor we om 7 uur met de eland safari vanuit Trysil zouden vertrekken.
Elandsafari
Bij de Tourist Info in Trysil hadden we zondag een kaartje gekregen met daarop aangegeven de plaats vanwaar we zouden vertrekken. Dat was
in de buurt van een supermarkt en op de parkeerplaats hebben we een tijd gewacht tot we het minibusje waarmee we op safari zouden gaan zagen.
Maar het kwam maar niet. Om 7 uur is Arjan, toen het even wat droger was, op onderzoek gegaan en zag ergens een minibusje staan, maar die
was leeg. Even verderop liep iemand rond en die kwam naar Arjan toe met de vraag of hij voor de elandsafari kwam. Dat was zo en we zijn toen
naar het kantoor van het bedrijf gegaan dat de safari verzorgde. Daar stond het busje al klaar en we zijn samen met nog een Duits echtpaar
vertrokken. Het weer was gelukkig inmiddels wat opgeklaard en het was gestopt met regenen. We zijn naar een plaats in het bos zo'n 15 km
ten noorden van Trysil gereden waar de chauffeur ons eerste het één en ander over de eland heeft verteld. Maar voor we daar
waren hadden we de eerste 3 elanden van ongeveer een jaar oud al gezien. De chauffeur vertelde onder andere hoe je het verschil tussen een
mannetje en vrouwtje kan zien als het mannetje (nog) geen gewei heeft, hoe het gewei groeit en dat een vrouwtje tussen de 1 en 3 jongen
per jaar krijgt, deze jongen worden meestal half mei geboren na een draagtijd die gelijk is aan die van een mens, negen maanden. Na het
verhaal van de chauffeur hebben we een tijd gereden zonder een eland te zien. Uiteindelijk zag Arjan er één tussen de bomen.
Het bleken er uiteindelijk twee, een moeder met jong die vervolgens snel het bos invluchten. Daarna nog een tijd zonder succes gereden met
nog een stop voor koffie, koek en elandworst. Tijdens de koffie begon het weer te plenzen en we zijn weer snel het busje ingegaan. In de
bossen rond Trysil wordt tijdens het jachtseizoen van september tot december veel op elanden gejaagd, per jaar worden er in deze streek
zo'n 1000 stuks afgeschoten. Toen we weer terug reden was het gestopt met regenen en even later zagen we nog een eland aan de rand van het
bos staan. Deze bleef ons van een afstand aankijken, maar bleef wel staan en even later ging ze door met eten. Deze hebben we vanaf een
afstand goed kunnen gadeslaan. Een foto ervan maken was niet eenvoudig, zeker omdat het al begon te schemeren. We hebben er zeker zo'n
10 minuten naar kunnen kijken voor we verder reden, terug naar Trysil. Onderweg daarheen zagen we nog 3 elanden in de berm van de weg, in
totaal hebben we er dus 9 gezien, meer dan het gemiddelde volgens de chauffeur. Even na 10 uur waren we terug in Trysil en zijn we naar
Østby gereden, onderweg goed kijkend of we nog een eland op of langs de weg zagen. Helaas niet.
Støa kanaal
Toen we de volgende dag wakker werden en nog in bed lagen hoorden we het buiten enorm hard regenen, een ware wolkbreuk. Van schrik zijn we
niet opgestaan. Pas later, toen het wat droger leek, durfden we eindelijk uit bed te komen. Het weer was niet veel anders dan we inmiddels gewend
zijn in Noorwegen. Veel regen, weinig regen en soms, tussen de buien door, was het even droog. Voor vandaag hadden we het Støa kanaal,
niet ver van Østby vlakbij de Zweedse grens, en een elandpark in de buurt van Ljørdalen op het programma staan.
Toen we na het ontbijt vertrokken richting het kanaal was het gelukkig droog, maar de lucht zag er in alle richtingen dreigend uit.
Naar het Støa kanaal was het slechts zo'n 11 km rijden. Vanaf de parkeerplaats, waar één andere auto stond,
ook een Nederlander, was het nog een klein stukje lopen naar het kanaal zelf. Daar kwamen we nog een Nederlands gezin tegen die met de fiets op
vakantie waren in Zweden en Noorwegen. Het kanaal is nu niet meer in gebruik, maar werd vroeger gebruikt om boomstammen van Noorwegen naar Zweden
te transporteren. Het hout werd gehakt in de bossen rond Ljørdalen en moest naar de houtzagerijen aan de rivier de Klarälven in
Zweden. Daarvoor moest het naar het Flersjøenmeer. In eerste instantie ging dat met paarden over het land, maar dat was teveel werk en te
duur. Toen is er besloten om een aantal kanalen te graven waarvan het Støa kanaal een onderdeel is. Om het hoogte verschil te overbruggen
was een soort sluis nodig. Dit is de installatie die je bij het Støa kanaal nog steeds kan bekijken. De bouw van het hele systeem begon
in 1855 en was gereed in 1858 en het is tot 1901 in gebruik geweest. In 1991 is de installatie in het Støa kanaal gerestaureerd. Het
bestaat uit twee karretjes waarop de boomstammen werden getransporteerd en die met behulp van waterraderen werden aangedreven. We hebben de
installatie bekeken en een korte wandeling in de buurt gemaakt. Na dit bezoek zijn we naar Ljørdalen gereden om het elandpark te bezoeken.
Moose Adventure Park
Via een paar onverharde wegen zijn we naar Ljørdalen gereden, bij aankomst bij de Tourist Info in Ljørdalen was de auto helemaal bruin van de modder
van de weg, hij zag er niet meer uit. Bij de Tourist Info bleek dat het elandpark helemaal niet bij Ljørdalen is, maar in het
Fulufjället National Park bij de plaats Mörkret in Zweden, zo'n 60 km van Ljørdalen. Bij het benzinestation naast de Tourist Info
hebben we wat gegeten en gedronken en toen zagen we in de folder van het park dat er om 14:30 een begeleide tour door het park was. Bij de
Tourist Info kon men ons vertellen dat dat de enige mogelijkheid is om het park te zien, je kan er niet op eigen gelegenheid doorheen. Het was
inmiddels 13:30 en hadden dus nog ongeveer een uur om er te komen. We zijn direct in de auto gestapt en Arjan heeft flink doorgereden en om 14:15 waren we bij het park, het was
gelukkig nog steeds droog en onderweg begon er zowaar wat blauwe lucht zichtbaar te worden. Toen we bij het Moose Adventure
elandpark aankwamen was het zowaar warm en zonnig! Achter de balie stond een Nederlander, een student bosbouw die er stage liep. We konden gelukkig
met Noorse kronen betalen, Zweedse hadden we uiteraard niet, we kregen euros terug en gelukkig geen Zweeds kronen. Om 14:30 begon de rondleiding
onder leiding van de Nederlander. Omdat het terrein behoorlijk modderig was konden we er laarzen lenen, erg handig! Als eerste zagen we een moeder
eland met twee jongen die in mei zijn geboren. Daarna gingen we verder het park in op zoek naar de vader en de andere moeder met jong. Die hadden
we ook snel gevonden. De gids ging uit de beveiligde zone waar de elanden niet kunnen komen om te proberen de moeder met jong te bewegen om op
te staan omdat ze overdag rusten en alleen 's ochtends en 's avonds actief zijn. Door ze wat berkenblaadjes voor te houden kwamen ze in beweging,
de mannetjes eland bleef liggen en kwam niet overeind. We hebben heel wat foto's kunnen maken, dat ging een stuk beter dan tijdens de elandsafari
van gisteravond. En behalve dat de elanden veel beter zichtbaar waren en het ook gemakkelijker was om ze te fotograferen dan tijdens de elandsafari,
was het ook nog eens een heel stuk goedkoper dan de elandsafari. Verder ben je er hier 100% zeker van dat je ook echt elanden zal zien, tijdens
zo'n safari moet je dat altijd maar weer afwachten. Maar tijdens zo'n safari zie je de dieren wel in het wild en dat maakt zo'n safari wel weer een
stuk avontuurlijker. Na de wandeling van ongeveer een uur waren we weer bij de ingang waar we buiten op het terras wat hebben gedronken en Ciska nog
even in de naastgelegen speeltuin heeft gespeeld. Vervolgens zijn we weer terug gereden naar Noorwegen, we waren nog maar net op weg of het begon
weer te regenen. Gelukkig niet veel, het was snel weer droog. Uiteindelijk via een andere onverharde weg naar Trysil gereden om boodschappen te
doen en vervolgens door naar Østby. Daar scheen inmiddels de zon zo fel dat Ciska tijdens het eten begon te zeuren dat de zonneschermen naar
beneden moesten omdat de zon zo fel in haar ogen scheen. Hebben we eindelijk eens een keer zon, wil ze hem weer weg hebben!
Trysil
Omdat we hadden besloten dat we zaterdag onderweg naar Drammen via Raufoss zouden gaan om daar het zwemparadijs te bezoeken, hadden we voor vrijdag
weinig op het programma staan. Tijdens het ontbijt zagen we aan de bosrand vlak bij ons huisje opeens een ree staan, even later zagen we ook nog
twee jongen. Dat was wel leuk om zo wat wild in de achtertuin te zien. Na het eten zijn we naar Trysil gereden om bij de Tourist Info de email te
checken. Terwijl Arjan daar mee bezig was zijn Hilleke en Ciska het winkelcentrum van Trysil gaan verkennen. Na nog een rondje door Trysil te
hebben gelopen zijn we terug gegaan naar ons huis. We hadden voor de middag ook nog het plan opgevat om bij Vestby op het meer te gaan kanovaren,
maar dat hebben we niet gedaan en daar waren we achteraf blij om, want even later begon het enorm hard te regenen en zelfs te hagelen. We zijn ook
begonnen om alvast de bagage bij elkaar te zoeken en in de auto te pakken zodat we morgen op tijd weg kunnen. 's Avonds zijn we gaan eten in een
pannenkoeken restaurant in Plassen, op zo'n 100 meter van de grens met Zweden. Ze hadden er zelfs een
Nederlands menukaart, wel zo handig voor Ciska, kon ze eindelijk zelf de kaart lezen.
Van Østby via Raufoss naar Drammen
Na het ontbijt hebben we het huisje schoon gemaakt en de laatste spullen ingeladen en zijn we vertrokken naar Raufoss. Toen we in het
huisje in Sulesund zaten lag daar een toeristen folder van Gjøvik en omstreken, daarin was ook een bladzijde gewijd aan het
Raufoss Badeland, een subtropisch zwemparadijs in Raufoss. Ciska was er toen direct aan
verslaafd en wilde daar een keer heen. Toen we hadden uitgezocht waar het was bleek dat het niet in de buurt van Sulesund was, maar dat
Trysil nog het dichtste bij was, dus hebben we haar beloofd er in de laatste week een keer heen te gaan. Omdat het toch nog wel een eind
is vanaf Østby hadden we besloten het te doen als we de laatste zaterdag naar Drammen zouden gaan om dan via Raufoss te rijden.
Zo gezegd, zo gedaan. Om kwart voor twaalf waren we in Raufoss. Na het omkleden zijn we in het water gesprongen. Het zwembad heeft een
golfslagbad, diverse bubbelbaden, een wildwater rivier en een paar grote glijbanen. We hebben ons er zo'n 4 uur uitstekend vermaakt.
Ciska was in ieder geval helemaal tevreden en wilde uiteraard wel langer blijven, maar we moeten nog een eind rijden naar Drammen, vlakbij
Oslo. Tijdens de 2,5 uur durende rit naar Drammen begon opeens de auto een vreemd geluid te maken. Bij een bocht naar links kwam er bij
het rechter voorwiel een vreemd schrapend geluid vandaan. De ene keer erger dan de andere keer, afhankelijk van de snelheid. Tijdens een
boodschappenstop in Vik heeft Arjan nog even onder de auto gekeken of hij iets vreemds kon ontdekken, maar er was niets te zien. De rest
van de dag bleef er een vreemd geluid uit het vooronder komen, en we vreesden dat we nog op zoek moesten naar een garage om er naar te
laten kijken. We kwamen om ongeveer 18:30 aan bij de camping. We hadden daar een cabin gereserveerd voor 3 nachten. Hij was niet zo groot
en zag er ook al vrij oud uit. Maar hij heeft een koelkast met vriezer, kookplaat met oven en hij beschikt over borden en bestek.
Drøbak
Zondag hebben we eerst uitgeslapen. Na het ontbijt zijn we vertrokken naar Drøbak een klein plaatsje zo'n 38 km ten zuiden van Oslo.
De auto was overigens op onverklaarbare wijze z'n schurend geluid kwijt, tot gisteren op de camping bleef het vreemde geluid bij het nemen
van bochten, maar nu was het opeens over, het was weer net zo onverwacht weg als het gekomen was.
Bij Drøbak is de Oslofjord op z'n smalst. Hier is op 9 april 1940 de Duitse slagkruiser Blüchner door artillerievuur tot zinken
gebracht. Door deze overwinning liep de Duitse aanval op Oslo vertraging op en kon de Noorse koning vluchten. In de zomer is Drøbak
een toevluchtsoord voor rijke Noren en verder wonen er ook veel kunstenaars. In het plaatsje zijn dan ook veel galeries te vinden. Bij de
Tourist Info hebben we een wandelroute door het plaatsje gehaald. Terwijl we daar mee bezig waren begon het te regenen. Vreemd weer toch
weer vergeleken met gisteren toen we zulk schitterend zonnig weer hadden tijdens onze reis naar Drammen. In Drøbak is ook het huis
van de Noorse kerstman vinden, maar binnen is het een kerstwinkel die het hele jaar open is, er is geen echte kerstman aanwezig zoals in
Rovaniemi in Finland (zie ons Scandinavië reisverslag). We hebben er wel een versiering
voor de kerstboom gekocht. Tijdens de rondwandeling door Drøbak kwamen we langs Badeparken, een soort strand langs de fjord waar
tijdens zonnig weer kan worden gezwommen. Langs het water staan diverse duikplanken waar vanaf in de fjord kan worden gedoken. Nu was er
echter geen enkele zwemmer te bespeuren. In een restaurant hebben we nog wat gedronken. We zagen daar de M/S Color Fantasy door de
fjord varen, de grootste veerboot ter wereld waarmee wij dinsdag van Oslo naar Kiel zullen varen. Omdat het nog steeds regende hebben we
vervolgens het aquarium bekeken, deze is gevestigd in hetzelfde gebouw als de Tourist Info. Er is een zelfbetaalkassa, maar Hilleke lukte
het niet om daar met de creditcard te betalen. Na navraag bij de man in de Tourist Info konden we gratis naar binnen. In het aquarium zijn
diverse aquaria met vissen en andere zeedieren die in de Oslofjord te vinden zijn. Voor kinderen is er ook een bak met vissen en andere
zeedieren waar ze de dieren mogen aanraken. Na hier een klein uur te hebben rondgelopen zijn we terug gereden naar Drammen. We zijn
langs het station gegaan omdat we morgen met de trein naar Oslo willen ipv met de auto. We hebben gekeken hoe laat de trein gaat en alvast
kaartjes gekocht. Daarna terug naar de camping, het was inmiddels opgehouden met regenen.
Oslo
Maandagochtend zijn we vroeg opgestaan, we hadden gisteren al kaartjes voor de trein gekocht en de trein gaat om 8:51 vanaf het station in
Drammen. Ruim op tijd vertrekken we van de camping, rekening houdend met een eventuele ochtendspits op de weg en het zoeken naar een
parkeerplaats bij het station. Beide leverden geen problemen dus ruim op tijd stonden we op het perron te wachten. De trein was op tijd en
na een rit van ruim een half uur kwamen we tegen half tien aan op het centraal station van Oslo, Oslo S geheten. Als eerste bij de
Tourist Info langs bij het station voor wat info en de aanschaf van een 24-uurs Oslo pass waarmee je gratis met het openbaar vervoer kan en
gratis alle musea in Oslo kan bezoeken en gratis kan parkeren. Na wat te hebben gedronken zijn we door de belangrijkste straat van de stad
gelopen, de Karl Johans Gate. Aan het einde daarvan hebben we het stadhuis bekeken met aan de buitenkant de schitterende houtsnijwerken met
afbeeldingen uit de Noorse mythologie. Vervolgens zijn we naar de haven gelopen om vandaar met de ferry over te steken naar Bygdøy.
Bygdøy is een schiereiland in Oslo en het is een exclusieve woonwijk. Ook zijn er diverse musea te vinden en dat was waarom we erheen
gingen. Als eerste hebben we het Fram museum bezocht. Dit museum is gewijd aan de diverse
poolexpedities die door Noren zijn uitgevoerd en het museum is gebouwd om het poolschip Fram. Met dit schip zijn door Fridtjof
Nansen, Otto Sverdrup en Roald Amundsen poolexpedities gedaan naar zowel de Noord- als de Zuidpool. Het schip is nog geheel in tact in het
museum aanwezig en kan zowel van binnen als van buiten worden bekeken. Na het Fram museum zijn we naar het
Kon Tiki museum gegaan dat er tegenover ligt. Dit museum is gewijd aan de diverse reizen van de Noor
Thor Heyerdahl met oa het vlot Kon-Tiki waarmee hij in 1947 in 101 dagen van Peru naar Polynesië vaarde en daarmee aantoonde dat het
goed mogelijk was dat mensen uit Zuid-Amerika in de prehistorie in staat waren om de Zuidzee te bereiken. Het vlot is ook te zien in het
museum evenals de Ra II, het vlot van papyrus waarmee hij in 1970 in 57 dagen van Marokko naar Barbados zeilde. Na het bezoek aan dit
interessante museum hebben we wat gegeten en gedronken waarbij Ciska de mussen heeft gevoerd zijn we naar het volgende, ook aan schepen
gewijde museum gegaan, het Vikingschip museum. In dit museum zijn drie
opgegraven viking schepen te zien tezamen met diverse voorwerpen die op of in de buurt van de schepen zijn gevonden. Toen we dit museum
in gingen kwamen we er achter dat we de Oslo pass van Ciska kwijt waren, voor de toegang tot het Kon-Tiki museum hadden we het nog gebruikt,
maar nu kon Hilleke het niet meer terug vinden. Desondanks mocht Ciska toch gratis het museum in. De drie schepen die er geheel of
gedeeltelijk te zien zijn, zijn het Oseberg schip, het Gokstad schip en het Tune schip. De eerste, het Oseberg schip is gevonden in een grote
grafheuvel in Vestvold en opgegraven in 1904. Het schip is omstreeks 815-820 n.Chr. gebouwd en gebruikt als zeilboot voordat het als grafschip
is gebruikt voor een belangrijke vrouw. Het Gokstad schip is ook gevonden in een grafheuvel in Vestvold in 1880. Het schip is omstreeks 890
n.Chr. gebouwd en later gebruikt als grafschip voor een belangrijke leider die rond het jaar 900 is overleden. Deze beide schepen zijn
uitstekend bewaard gebleven door de dikke laag klei waarmee ze waren bedekt. Het derde schip, het Tune schip, is minder goed bewaard
gebleven. Het is in 1867 in een grote heuvel in Østfold gevonden. Het is waarschijnlijk rond 900 n.Chr. gebouwd en ook gebruikt als
grafschip voor een belangrijke leider. Na dit museum zijn we terug gelopen naar de ferry om ons terug te laten varen naar de kade bij het
stadhuis. Het weer was inmiddels goed verbeterd, het had nog wel niet geregend vandaag, maar mooi weer was het niet. Inmiddels was echter
een mooi blauwe lucht te zien en genoten we van de zon tijdens de wandeling naar de ferrykade. Op de ferry moesten we echter ook de Oslo
pass weer laten zien voor een gratis overtocht. Hilleke had het bonnetje nog van de Tourist Info waarop stond dat we er drie hadden gekocht,
maar de dame die de kaartjes controleerde zag de kaart van Hilleke en vond dat voldoende. De volgende bestemming was de oude vesting van
Oslo, het Akershus slot. Toen we er even voor 4 uur aankwamen, bleek dat het slot
maar tot 4 uur geopend was en we konden er dan ook niet meer in. We hebben nog wel door de tuin en over de muur gewandeld, die zijn tot 9
uur 's avonds geopend. Misschien is er morgen nog tijd om het slot te bekijken voordat we naar de boot gaan die ons naar Kiel zal varen.
Het slot ligt op een strategische plaats op een heuvel aan het einde van de Oslofjord. De bouw is door koning Håkon V in 1299 gestart.
In de eeuwen daarna zijn er diverse verbeteringen en uitbreidingen aan het fort gedaan. Na wat rond het fort te hebben gewandeld en in het
café iets te hebben gedronken zijn we naar het centrum van de stad terug gelopen. Volgens ons Oslo boekje was het Theatercafé
een mooi restaurant om te bekijken. Het duurde even voor we het gevonden hadden, maar het zag er zo duur en luxe uit dat we niet naar binnen
zijn gegaan. Toen we daar liepen kwamen we ook langs een ander treinstation waar de trein vanochtend ook was gestopt. We zijn er binnen
gegaan om uit te zoeken of de trein waarmee we vanavond terug willen naar Drammen ook hier stopt, dat scheelt namelijk een eind lopen terug
naar het centraal station. Vervolgens zijn we naar het Hardrock Café gegaan om wat te gaan
eten. Dit is zo'n beetje een traditie geworden tijdens onze vakanties om een keer naar het Hardrock Café te gaan als er
één is tenminste. We hebben er buiten op het terras heerlijk gegeten en genoten van het mooie weer en gekeken naar de
passerende mensen. Na afloop kreeg Ciska nog een Hardrock Café ballon mee en zijn we bij een ijssalon in de buurt nog een ijsje gaan
eten. Daarna zijn we terug gelopen naar het station. Daar bleek dat de Noorse Spoorwegen toch wel op onze NS lijken,
onze trein had 15 minuten vertraging. Uiteindelijk waren we pas om 9:15 weer in Drammen waar de auto nog geduldig op ons stond te
wachten. Via de markante tunnel met rotonde in de tunnel zijn we terug gereden naar de camping waar we alvast zijn begonnen het
één en ander bij elkaar te zoeken en op te ruimen.
Terugreis
Dinsdag wederom vroeg opgestaan en de spullen in de auto geladen en het hutje schoongemaakt. We hadden de ramen opengezet om het even te
laten doorluchten. Terwijl Arjan de auto inpakte en Hilleke het huisje aan kant maakte was Ciska er door Hilleke op uit gestuurd om warm
water te halen. Opeens kwam Ciska aangerend roepend dat haar ballon er van doorging. Door Hillekes schoonmaak handelingen had de ballon
z'n kans schoon gezien en was door het openstaande raam zijn vrijheid tegemoet gezweefd. Hij was helaas al te hoog om hem nog te pakken.
Met weemoed in het hart hebben we hem uitgezwaaid en hem een goede reis gewenst. Om een uur of half tien hebben we de camping verlaten en
zijn we naar Oslo gereden. Onderweg zijn we in Drammen nog door de spiraal tunnel (Spiralen) gereden. Deze 1650 meter lange tunnel die als
een kurkentrekker door de berg gaat brengt je in 6 loops van 50 naar 213 meter hoogte. Van bovenop de berg hadden we een fantastisch zicht
over Drammen en omgeving, het weer was ons wederom gunstig gezind en we genoten van de zon en de warmte bovenop de berg. Na verloop van
tijd zijn we weer door dezelfde spiraaltunnel naar beneden gereden om onze weg naar Oslo te vervolgen. We hadden geen tijd meer om nog naar
het Akershus slot te gaan, dus hebben we de auto ergens in het centrum geparkeerd (gratis met de Oslo pass van gisteren) en zijn wat gaan
lopen en zijn uiteindelijk bij het Hardrock Café koffie gaan drinken. Daar hebben we tevens een nieuwe ballon voor Ciska geregeld.
Na de koffie zijn we naar de haven gereden om te gaan inchecken voor de overtocht naar Kiel. Het duurde even voor we konden inchecken en
de boot oprijden, maar even later konden we de auto op dit enorme schip achterlaten en onze hut opzoeken. We hadden een 3 persoon binnenhut.
Nadat we de spullen in onze hut hadden gelegd zijn we naar het zonnedek getogen om de afvaart mee te maken en een deel van de vaart door de
Oslofjord. Om precies 2 uur vertrokken we. We hebben eten gehaald bij het restaurantje op het zonnedek en onderwijl speelde er ook nog een
bandje. Nadat we langs Drøbak waren gevaren zijn we nog wat door het schip gelopen en hebben we onze zwemkleding opgehaald alvorens
we ons zo'n 2 uur hebben vermaakt in het water van Aqualand met een soort mini wildwaterbaan en een grote glijbaan. Dit was ook iets waar
Ciska al de hele vakantie naar had uitgekeken, zwemmen in het zwembad op de boot terug. Op het hele schip heb je overigens niet het idee dat
je je op een boot bevindt, het heeft meer weg van een kleine stad met een overdekt winkelcentrum. De Fantasy Promenade is het centrum van
het schip met een lengte van zo'n 160 meter en drie dekken hoog met winkels, restaurants en café's. Het hele schip heeft
overigens wel een hoog 'Titanic' gehalte, met dit verschil dat wij de eindbestemming wel hebben gehaald. Nadat we uit het zwembad
waren gegaan hebben we nog wat over de Fantasy Promenade gelopen en de winkels bekeken en vervolgens hebben we in de Tapasbar wat gegeten.
Na nog wat te hebben gewinkeld hebben we Ciska in bed gestopt en hebben wij in de Cosmopolitan Bar nog wat cocktails gedronken alvorens wij
ook onze bedden hebben opgezocht.
De volgende ochtend waren we om 7.30 op en hebben we in het Promenade Café ontbeten. Daarna hebben we de spullen ingepakt en hebben op het zonnedek de aankomst in Kiel bekeken tot het moment dat werd verzocht om naar de auto te gaan. Tegen 10 uur konden we van het schip rijden en al snel daarna waren we op weg voor de laatste 600 km van deze vakantie terug naar huis. Onderweg nog diverse stops gemaakt om te eten en te drinken en om 5 uur waren we weer thuis in Strijen. Het einde van een mooie maar regenachtige vakantie in Noorwegen, alhoewel de laatste 2 weken wat het weer betreft beter waren dan de eerste twee. In totaal hebben we deze vakantie in 31 dagen 7861 km gereden en hebben we nog nooit zoveel gevaren tijdens een vakantie.
De volgende ochtend waren we om 7.30 op en hebben we in het Promenade Café ontbeten. Daarna hebben we de spullen ingepakt en hebben op het zonnedek de aankomst in Kiel bekeken tot het moment dat werd verzocht om naar de auto te gaan. Tegen 10 uur konden we van het schip rijden en al snel daarna waren we op weg voor de laatste 600 km van deze vakantie terug naar huis. Onderweg nog diverse stops gemaakt om te eten en te drinken en om 5 uur waren we weer thuis in Strijen. Het einde van een mooie maar regenachtige vakantie in Noorwegen, alhoewel de laatste 2 weken wat het weer betreft beter waren dan de eerste twee. In totaal hebben we deze vakantie in 31 dagen 7861 km gereden en hebben we nog nooit zoveel gevaren tijdens een vakantie.